De tropische verrassing: Sri Lanka

door Sandra

Eind 2023 vlogen we met z’n tweetjes naar Sri Lanka voor een fietsreis van bijna 3 weken. Tijdens de reis hielden we een blog bij op Pindat. Na afloop hebben we het complete verslag hier op onze eigen site geplaatst.

 

On the road again

28 december 2023 – aankomst in Negombo

Terwijl het in Nederland al weken nat en guur is (2023 is het natste jaar ooit, lezen we zojuist), zijn wij vandaag aangekomen in het tropische Sri Lanka. De komende weken zitten wij weer op de fiets. Wat een heerlijk vooruitzicht.

Gisteren en vannacht stonden in het teken van reizen. Met veel ‘eerste keren’. Voor het eerst met eigen auto naar Schiphol. Toen we nog in Amersfoort woonden, namen we vaak een voordelige Schipholtaxi. Vanuit onze nieuwe woonplaats Dronten is dat een stuk minder aantrekkelijk. Dus de fietsen op de fietsdrager en vervolgens de auto + sleutel achterlaten bij P6 (valet parking) op een paar minuten loopafstand van de vertrekhal. Ideaal zeg!


Dat betekende dus ook voor het eerst fietsdozen op Schiphol kopen en de fietsen pas daar inpakken. Daar zagen we nogal tegenop, maar dat bleek volkomen onterecht. Mooie stevige dozen en volop ruimte in het bagagedepot om de fietsen op ons gemak in te pakken. En voor het eerst vliegen met Qatar Airways. Ook al zo’n meevaller. Geen gedoe in de rij bij de check-in met onze fietsdozen; er werd een aparte balie voor ons geopend. We hadden dus héél veel tijd over voor koffie. 

Na een nachtelijke overstap in Doha (Qatar), zijn we inmiddels in de vissersplaats Negombo. Negombo ligt aan de westkust van Sri Lanka, 20 kilometer ten noorden van de hoofdstad Colombo. Hier blijven we twee dagen om te acclimatiseren: het is zo’n 25-30 graden en we hebben 4,5 uur tijdsverschil. Over vandaag valt nog weinig spannends te melden: een dik pak monopolygeld gepind, simkaarten gekocht, een stuk gewandeld, gezwommen, fietsen weer rijklaar gemaakt en kennisgemaakt met de Sri Lankaanse keuken. Die belooft veel goeds. 

De kerststallen van Boeddha

29 december 2023 – Negombo

Contrast en diversiteit. Dat zijn de woorden die deze dag wat ons betreft het beste beschrijven. In Negombo is een groot contrast tussen arm en rijk. Terwijl we langs prachtige buitenhuizen fietsen, strekt zich aan de andere kant van de ‘Dutch canal’ een rij armoedige hutten uit. We zien mensen in moderne en chique kleding (en een paraplu tegen de zon) en mensen in versleten kleding en op blote voeten. Langs de kustlijn steken luxe hotels en restaurant (waar een overnachting een gemiddeld Sri Lankaans maandsalaris kost) af tegenover zeer basic guesthouses en eetstalletjes waar de locals hun in een kartonnen doosje verpakte lunch kopen. Enkele geluksvogels glijden voorbij in glanzende hybride auto’s, terwijl de meeste mensen zich verplaatsen op aftandse fietsen of brommers. 

We hebben dit soort contrasten al veel vaker gezien. Zeker als fietser word je er in Afrika en Azië veel mee geconfronteerd. Toch is onze eerste fietsdag weer een ‘reality check’. Echt wennen doet het niet – en dat is misschien maar goed ook.  

En we zien kerststallen. Veel kerststallen. In alle soorten en maten. Vaak met een kerstboom met nepcadeautjes ernaast. Ook al is Sri Lanka een overwegend boeddhistisch land, Negombo toont duidelijk de invloed van het katholicisme, geïntroduceerd door missionarissen tijdens de koloniale periode. We fietsen langs prachtige kerken zoals St. Mary’s Church en St. Sebastian’s Church (genoemd naar de beschermheilige tegen de pest) en grote katholieke begraafplaatsen. En dus heel veel kerststallen. Soms onder het ‘toeziend oog’ van een van de vele boeddhabeelden, bijvoorbeeld bij de Angurukaramulla tempel. Of naast een van de islamitische moskeeën van Negombo, waar het vanwege het vrijdaggebed vandaag een drukte van belang is. Wat een diversiteit. 

Ons verslag zou niet compleet zijn zonder een vermelding van de vismarkt. Een verrassend leuke belevenis! De markt is op en naast het strand waar de vissersboten binnenkomen. Een deel van de vangst wordt direct vers verkocht. Een ander deel gaat eerst in grote vaten om te fermenteren – en na een aantal weken worden de vissen ze te drogen gelegd op grote zeilen. Hier, te midden van bedrijvigheid, ervaren we opnieuw de diversiteit van Negombo.

We slapen nog een nachtje hier in de stad; morgen gaan we ‘echt’ op pad!

32 km gefietst.

De ‘Für Elise’ van Sri Lanka

30 december 2023 – van Negombo naar Chilaw

‘Yes yes, Sri Lankan music!’. Broodjesverkoper Sandali is zichtbaar trots en wenkt ons om ook voorin zijn donkerrode tuk-tuk te kijken. Daar laat hij de accu zien die ervoor zorgt dat de muziek permanent doorgaat: Für Elise van Ludwig van Beethoven. En hij is niet de enige; we horen Für Elise uit veel tuk-tuks schallen. Dankzij dit herkenbare deuntje weet je dat er een ‘mobiele bakker’ in de buurt is. Als we Sandali hiernaar vragen, glimt hij van trots. Zijn Sri Lankaanse muziek!

We fietsen langs de kustweg naar het noorden. Soms langs de zee, soms door de heerlijk chaotische dorpjes en stadjes. Overal bedrijvigheid: winkeltjes, eetstalletjes, garnalenkwekerijen, fietsenmakers, de verse vis wordt binnengehaald. De mensen zijn bijzonder vriendelijk: ze zwaaien, lachen, ‘hello hello, good morning!’ of willen met ons op de foto. Het is heerlijk om hier te fietsen.

In 2004 was onder meer dit gebied wereldnieuws. Een zware aardbeving voor de kust van Sumatra (Indonesië) zorgde voor een catastrofale tsunami in de Indische Oceaan. Ook het gebied waar wij vandaag fietsen werd zwaar getroffen. Golven van 15 tot 30 meter hoogte spoelden wegen en complete dorpen weg. Het herstel van de regio heeft jaren geduurd. Vandaag de dag herinnert alleen een herdenkingsmonument nog aan de natuurramp.

Vannacht slapen we in een bungalowtje tussen de palmbomen. Life is good.

58 km gefietst.

Knalrode stukken vlees

31 december – van Chilaw naar Puttalam

Ons idyllische bungalowtje bleek vannacht toch iets minder idyllisch. Een groep Sri Lankanen die hier ook is, wisselde karaoke af met luidruchtig geplons in het zwembad. Tot een uur of 3 vannacht. Het kan niet altijd meezitten.

We zien ze al vanaf een afstand hangen: de knalrode stukken vlees. Ze hangen aan een houten hutje langs de weg. De slager – zijn shirt en petje matchen met het vlees – hakt er flink op los. Voor de foto doet hij nog wat extra zijn best. Inmiddels weten we dat de rode kleur van het vlees komt door een marinade van specerijen en rode kleurstof van de annattoplant. Deze traditionele bereidingswijze (kalu polu) heeft een insectenwerende werking, helpt om het vlees langer te kunnen te bewaren en geeft het vlees een pittige smaak.We nemen een kijkje bij een boeddhistische tempel. Hoewel we twijfelen of we hiervoor willen stoppen (er zijn best veel van dit soort tempels, en deze ziet er nogal vervallen uit), wordt het een verrassend leuk bezoek. Een van de monniken neemt ons direct op sleeptouw. Hoewel zijn Engels minimaal is (en ons Singalees ook), vindt hij het leuk om ons dingen uit te leggen. Naast Boeddha staan een bed en stoel, en de lunch voor Boeddha is net klaargezet. In een prachtig gouden (het zal wel gewoon goudkleurig zijn) artefact zouden een haar en een tand van Boeddha zitten. Hij is zichtbaar trots. Van een donatie voor de tempel wil hij niets weten.

De route leidt ons vandaag langs rijstvelden, bananenplantages en heel veel palmbomen: Sri Lanka is een van de grootste kokosnootproducenten ter wereld. Het is het hele jaar warm, er is veel zon én het regent vaak. Dat maakt het land vruchtbaar en groen. In dit gebied is veel water – en zien we veel watervogels. Prachtig!

Vannacht blijven we in Puttalam; een stadje dat bekend staat bekend staat om de zoutwinning. De naam Puttalam is afgeleid van het Tamil-woord ‘Uppuththalam’, en dat betekent ‘zoutproductie’. In ondiepe bassins (de zoutpannen) wordt zeewater verzameld. Na ongeveer een half jaar is het water verdampt en blijft het zout achter. Dit wordt handmatig afgegraven; het schijnt zwaar werk te zijn. We laten onze spullen achter in ons hotelletje en stappen op de fiets naar de zoutpannen. Een bijzondere plek. Momenteel staan alle bassins vol met water. Pas in maart of april is het water verdampt. In deze tijd van het jaar zijn ze een waar vogelparadijs. Voor dit soort plekken zeulen we met liefde de zware telelens mee!

Op de foto’s zie je een steltkluut, kleine zilverreiger, brahmaanse wouw en blauwstaartbijeneter (wat een beauty!). Andere vogels die we vandaag hebben gezien: Indische gaper (soort ooievaar), Indische scharrelaar, Indische kievit, dikbekkraai, middelste zilverreiger, blauwe pauw, Indische witte ibis, Indische ralreiger, halsbandparkiet, Smyrna-ijsvogel en de dayallijster.

En nu is het oudejaarsavond. Of we het tot middernacht uithouden, weten we nog niet… We zijn best moe! Nu lekker wat lezen en natuurlijk de Top 2000 luisteren. Fijne jaarwisseling!

72 km gefietst.

Green magic icing cake

1 januari – van Puttalam naar Wilpattu

We mogen onze gesuikerde broodjes achterin het winkeltje opeten. Buiten plenst het nog steeds. Hoe is toch dat verhaal de wereld in gekomen dat tropische buien maar een uurtje duren? Achter in het bakkerswinkeltje kunnen we even opdrogen. Tussen de cakes, pasteitjes en stapels dozen ‘green magic icing cake’ en ‘sprinkles of joy’. Het personeel van het winkeltje vindt het zichtbaar leuk om twee fietsende toeristen binnen te hebben. Of misschien is het ook een beetje leedvermaak omdat we zo nat geregend zijn? We voelen ons in ieder geval welkom. 

De dag begon wel droog. We hebben uitgeslapen (we hebben vannacht toch nog oud-en-nieuw afgewacht en zijn nog even naar buiten gegaan – waar overigens weinig te beleven was) en hebben bij een lokaal eettentje ontbeten. Daar genieten we ook deze reis weer van; gewoon op een plastic krukje, aan een tafeltje met ‘locals’ en dan maar afwachten wat je voorgeschoteld krijgt. Vanochtend is dit rijst met curry, dahl en verschillende andere prutjes. Leuk en lekker! Met een zonnetje reden we de stad uit. Veel zwaaiende, lachende en ‘happy new year’ roepende mensen. En dat in een prachtig groene omgeving, met prachtige rijstvelden en palm-, mango- en bananenbomen. 

Die groene omgeving is er natuurlijk alleen dankzij voldoende regen. En die is er vandaag zeker:-). De temperatuur blijft gelukkig aangenaam. Dus na ons bezoek aan de bakkerswinkel gaat de regenjas weer aan en fietsen we lekker door. Borden waarschuwen ons voor overstekende olifanten. Het enige dat de weg oversteekt is een kudde waterbuffels. Die zijn niet wild, maar lieverdjes zijn het bepaald niet. Het is nog een uitdaging om de kudde veilig voorbij te komen. 

We hebben een prima hotelletje bij het Wilpattu NP. Morgenochtend safari! 

52km gefietst. 

Een luxe probleem

2 januari – van Wilpattu naar Annuradhapura

Een luxe probleem. Zo kunnen we ons enige dilemma van de dag wel noemen. Fotograferen we die groep apen in de bomen naast ons – of maken we nóg meer foto’s van het luipaard vóór ons? Onze jeepsafari vanochtend door het Wilpattu National Park is geweldig. We realiseren ons maar weer wat een geluksvogels we toch zijn dat we dit soort reizen kunnen maken – en we überhaupt kunnen kiezen tussen die apen of dat luipaard (we kozen overigens voor die laatste). Wat een prachtig natuurgebied is dit! En dat we geen beren en olifanten hebben gezien (daarvoor komen veel mensen naar dit gebied), dat maakt ons echt niet uit. Als je een vogelliefhebber bent, een goede verrekijker én een camera met telelens hebt (zoals wij), dan is het hier gewoonweg genieten. 

En alsof onze dag niet al geslaagd is, hebben we ook weer een heerlijk middagje fietsen voor de boeg. Rond het middaguur nemen we afscheid van de zeer vriendelijke hoteleigenaar en zijn gezin. De route naar Anuradhapura is erg mooi: langs rijstvelden, meertjes, Boeddhistische tempels, door dorpjes waar het leven zich op straat afspeelt. Winkeltjes, fruitstalletjes en vrouwen koken mais in grote pannen op houtvuurtjes langs de weg. Ook zien we weer volop ibissen, ijsvogels en verschillende soorten reigers. Sri Lanka heeft er twee fans bij, dat zal jullie inmiddels wel duidelijk zijn. 

Inmiddels zijn we In Anuradhapura, de vroegere hoofdstad van Sri Lanka. Het is een belangrijke stad voor het boeddhisme. Morgen blijven we hier dan ook om een aantal historische plekken te bekijken en hopelijk meer te leren over de geschiedenis. 

Lijstje gespotte dieren en vogels Wilpattu NP:

  • blauwe pauw, parelhalstortel, steltkluut, Aziatische bisschopsooievaar, Indische ralreiger, Indische witte ibis, Indische slangenarend, kleine groene bijeneter, blauwstaartbijeneter, smyrna-ijsvogel, ijsvogel, Indische kievit, koereiger, kleine zilverreiger, middelste zilverreiger, groene muskaatduif, Ceylonhoen
  • luipaard, sambarhert, axis-hert, muntjakhert, bengaalse varaan, Sri Lankaanse wilde zwijn, Aziatische wilde buffel, Ceylonhoelman, Ceylonkroonaap

34 km gefietst.

Naar de oorsprong van het boeddhisme

3 januari – Annuradhapura en Mihintale

Samen met honderden in het wit geklede boeddhisten lopen we naar de Yaha Sri Maha Bodhi. Deze heilige vijgenboom werd meer dan 2000 jaar geleden vanuit India meegenomen en in Anuradhapura geplant: het symbolisch ontstaan van het boeddhisme. Dagelijks komen veel boeddhisten naar Anuradhapura om dit te eren. Vanwege het nieuwe jaar is het nu extra druk, vertelt Sawa. Sawa is vandaag onze gids en brengt ons met zijn groene tuk-tuk naar een aantal bijzondere plekken in de ‘heilige stad’. Veel mensen hebben bloemen, fruit of andere offergiften mee. Die leggen ze neer bij een van de Boeddha’s. Ze bidden, ze zingen, ze raken aan. Wat bijzonder om dit mee te maken. Foto’s maken is geen enkel probleem; dat doen de mensen zelf ook volop. 

Ook bij de verschillende stoepa’s in de heilige stad is het een drukte van belang met boeddhisten. In een stoepa liggen de relieken van boeddhistische heiligen. Het verhaal gaat dat in de stoepa’s in Anuradhapura onder meer een riem en een sleutelbeen van Boeddha liggen. De ronde vorm van een stoepa staat symbool voor Boeddha in een mediterende houding. We moeten met de klok mee rond de stoepa lopen en denken aan de problemen die we opgelost willen hebben. 

Het is indrukwekkend wat hier ruim 2000 jaar geleden allemaal stond: het was een enorm kloostercomplex met veel verschillende gebouwen, van soms wel negen verdiepingen hoog. En er was al een ingenieus watersysteem. Na veel strijd met onder meer Tamils uit India is de stad verlaten – en heeft de jungle de stad ‘overgenomen’. Zo’n 200 jaar geleden is de oud stad opnieuw ontdekt. Er komen nog steeds ruïnes tevoorschijn. Als je alles wilt bekijken, kun je hier dagen doorbrengen. Wij beperken ons tot een aantal ruïnes. 

Aan het einde van de middag wandelen we de heuvel van Mihintale – 12 km buiten Anuradhapura – op. Mahinda, de leerling van Boeddha, vestigde zich hier om het woord van zijn meester te verspreiden. Er is een grote witte stoepa – waar we weer met de klok mee omheen lopen – en een enorme witte Boeddha. Terwijl de zon onder gaat, hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. 

Wat een fantastische dag! 

De rode fiets

4 januari 2024 – van Annuradhapura naar Dambulla

Ze giechelen verlegen als ik afstap. De twee dappersten – samen onder een paars-met-blauwe-paraplu tegen de zon – durven wel wat te zeggen. ‘Hello!’ en ‘Good morning’. Er volgt nog meer gegiechel als ik wat terugzeg en een praatje met ze probeer aan te knopen. De schoolmeisjes spreken echter nauwelijks Engels. Ze dragen witte uniform-jurkjes met een rode stropdas, de schoolspullen in een rugzak. Een van hen heeft een mooie rode fiets, rugzak achterop gebonden (ik heb een zwak voor rode fietsen – als mijn Koga Word Traveler ooit aan vervanging toe is, koop ik een rode Santos). Als ik vraag of ik een foto mag maken, giechelen ze weer. Ze vinden mijn aandacht bijzonder en willen graag op de foto. Als we weer verder fietsen, zwaaien ze ons nog een tijdje na. 

Het blijft bijzonder. Wij vinden het leuk om de mensen te bekijken: hoe ze zich kleden, wat ze doen, hoe ze zich voortbewegen. Kortom: hoe ze leven. Maar wij zijn voor veel mensen hier óók een bezienswaardigheid. Mensen zwaaien naar ons, roepen naar ons, willen met ons op de foto. Al we bij een winkeltje langs de weg wat te eten of te drinken kopen, stoppen mensen spontaan om naar ons te kijken. Ongemakkelijk voelt dit overigens nooit: de mensen zijn ontzettend vriendelijk en beleefd. 

We hebben een lange fietsdag vandaag. We vertrekken daarom al rond 6.30 uur (wat hier overigens een heel normaal tijdstip is om de dag te starten) en kopen onderweg wat zoete broodjes als ontbijt. Even snel bij de fiets een broodje eten is er niet bij. De mevrouw van het winkeltje zet direct plastic stoeltjes voor ons neer. Eigenlijk gebeurt dat steeds als we ergens wat kopen. De mensen zijn zo gastvrij! We fietsen tussen de rijstvelden door, langs grote meren en door de jungle: landschappelijk is deze etappe vooralsnog de mooiste! We zien weer prachtige vogels. Daar hoeven we hier overigens helemaal geen moeite voor te doen. IJsvogels, scharrelaars en bijeneters zitten volop op de elektriciteitsdraden, die hier op een meter of vier hoogte hangen. In het water en op de rijstvelden zien we weer ibissen en verschillende soorten reigers en ooievaars. Halverwege de middag arriveren we bij onze homestay in Dambulla voor vannacht. Snel douchen en omkleden en dan naar de beroemde rotstempels. Het tempelcomplex heeft vijf grotten onder een enorme overhangende rots. We klauteren de steile trappen op naar de grotten. Hierin staan meer dan 150 boeddhabeelden en er zijn muurschilderingen van ruim 2000 jaar oud. Erg fraai. 

Onze host Upul en zijn vrouw Wathsele hebben heerlijk voor ons gekookt. Wat een ontzettend aardig stel (met lieve kinderen) en wat een fijne plek om te zijn. 

87 km gefietst.

Blaffende honden bijten niet (hopelijk)

5 januari – van Dambulla naar Sigiriya

Ze stonden erop om ontbijt voor ons te maken. Gisteravond hadden we hen verteld dat we vanochtend vroeg wilden vertrekken en dat we onderweg wel een ontbijtje zouden kopen. Daar wilden Upul en Wathsele echter niets van weten. Dus staan om 6.15 uur traditioneel gebakken eieren en fruit voor ons klaar. Wat een lieverds! We raken weer uitgebreid met elkaar aan de praat, dus dat vroege vertrek wordt iets minder vroeg. Voor de gouden tempel, zo’n 2 km verderop, blijkt het overigens nog steeds erg vroeg. We kunnen wel het tempelterrein met de enorme gouden Boeddha op, maar de tempel zelf is nog dicht. Maar er is genoeg te zien en we kunnen in alle rust rondlopen. Erg fraai! 

De route is weer prachtig. Jungle, rijstvelden, bananenbomen, akkertjes. Vogels, apen, een varaan. En honden. Honden zien we hier in Sri Lanka ontzettend veel, vooral straathonden. Grote honden, kleine honden, slapende honden, zwangere honden, vechtende honden, gewonde honden en zelfs dode honden en zo-goed-als-dode-honden. En honden en fietsers… dat is vaak geen lekkere combinatie. Tot vandaag viel het ons hier echter ontzettend mee. De meeste honden zijn heel relaxed en hebben geen interesse in de kuiten van fietsers. Geen idee waar het aan ligt, maar vandaag hebben veel honden een wat ‘korter lontje’. Hard blaffen, achter ons aan rennen, dat soort werk. We houden een paar stenen bij de hand om ze weg te jagen. 

Op een marktje koopt Ruud een sarong. Bij tempels moeten je benen bedekt zijn, en dan is een omslagdoek erg praktisch. Hij krijg uitgebreide instructie over het goed vastknopen van zo’n doek. De mannen zijn er druk mee, erg grappig. De gele sarong op de foto is het trouwens niet geworden. Natuurlijk hebben we nog even over het marktje gestruind, dit vinden we altijd leuk. 

Het dorpje Sigiriya is toeristisch, maar er hangt een gezellige sfeer. En hoewel we vandaag naar Polonnaruwa zouden fietsen (dat ligt nog 55 km verderop) besluiten we hier te blijven. We hebben zin in een middagje ‘niets’ te doen. We vinden een prima homestay midden in het groen. De beroemde leeuwenrots slaan we over. De twijfels die we al hadden (enorm druk en een erg hoge entreeprijs) worden bevestigd door de eigenaar van het restaurantje waar we lunchen. Hij adviseert al zijn klanten om naar een andere rots te gaan, zonder entreekosten, en met ook een prachtig uitzicht. En dat doen we. 

En daarna… lekker in de tuin van onze homestay. Foto’s maken van de vogels en de apen. Boekje lezen in de hangmat. Gewoon even niets. Hadden we al gezegd dat we ons bevoorrecht voelen? 

28 km gefietst.

‘Beware of the elephants’

6 januari – van Sigiriya naar Polonnaruwa

‘Elephant!’ roept de Sri Lankaan die ons tegemoet komt fietsen. Of er daadwerkelijk olifanten op de weg zijn, of dat het een algemene waarschuwing is, weten we niet. Al meer locals hebben ons er vanochtend op gewezen dat we in olifantengebied zijn. We fietsen langs Minneriya National Park met moerassen, open vlaktes en tropisch bos. Hier leeft de grootste populatie Aziatische olifanten ter wereld. En die steken wel eens de doorgaande weg over, dus oppassen geblazen. De grote hopen verse olifantenpoep midden op de weg even verderop doen vermoeden dat hier inderdaad zojuist nog olifanten liepen. Een uurtje later krijgen we alsnog een kudde olifanten te zien. Gelukkig niet op de weg, maar op zo’n 100 meter afstand in het bos. Wat een gaaf gezicht. Even een foto maken (helaas niet erg duidelijk) en dan snel verder fietsen. 

Het winkeltje waar we stoppen, blijkt van het ‘7e field engineer regiment’ te zijn. Een militaire legereenheid die verantwoordelijk is voor ondermeer het bouwen van bruggen en het opruimen van mijnen. De sappers, worden ze ook genoemd. Lochane, een jonge dame in legeruniform, ontvangt ons allerhartelijkst. De sterren die ze als oorbellen draagt, matchen met de sterren op haar epauletten. Het winkeltje is voor de militairen die hier zijn gelegerd, maar ook voor ‘civilians’, legt ze uit. Onder het genot van een mierzoet frisdrankje en een broodje hebben we een leuk gesprek. 

De fietsroute is wederom prachtig. Jungle, rijstvelden, tempels, vogels, apen. Wat een genot om hier te fietsen. En de honden… die zijn gewoon weer relaxed, heel prettig. Aan het begin van de middag checken we in in een hotelletje in Polonnaruwa. Genoeg tijd dus om deze mooie stad – vol met monumenten – te bezoeken. Het loopt echter anders. Ik voelde mij sinds vanochtend al niet helemaal fit, en besluit om na twee happen lunch naar bed te gaan. Ruud gooit ’s avonds zijn avondeten eruit en komt ook naar bed. We voelen ons echt beroerd. Pech!

54 km gefietst.

Een vergeten stad

7 januari 2024 – Polonnaruwa

We zijn inmiddels door onze reisvoorraad ORS heen, maar hebben toch een redelijke nacht gehad. We voelen ons gelukkig iets beter. Een dag fietsen (we zouden vandaag ruim 80 km met behoorlijk wat hoogtemeters maken) gaat ‘m echter niet worden. We blijven een extra dag hier. We hangen wat rond en Ruud krijgt eindelijk de zwart-kopwielewaal voor de lens. Het ontbijt en de lunch slaan we nog maar even over. We eten een voorverpakt zoet broodje dat we gisteren hadden gekocht en dat gaat best goed. Vanmiddag durven we een fietstochtje naar de oude stad dan ook wel aan. 

Tot de negende eeuw was Anuradhapura de hoofdstad van Sri Lanka. Door de vele invallen van Tamils en Chola’s uit India, besloot de toenmalige Singalese koning in de negende eeuw daarom te verkassen naar Polonnaruwa. Deze stad was vervolgens 500 jaar de hoofdstad van Sri Lanka. Daarna werd de stad verlaten en raakte door de natuur overwoekerd. Het was vervolgens lange tijd een verloren en vergeten stad. De Britten (die van 1795 tot 1948 aan de macht waren in Sri Lanka) begonnen met de restauratie.

Inmiddels is deze oude koningsstad een van de belangrijke toeristische trekpleisters van Sri Lanka. En dat is te merken. Tot op heden hebben we nauwelijks toeristen gezien, zelfs niet in hotspots zoals Anuradhapura en Sigiriya. Maar hier kun je er niet om heen. We wandelen langs de oude tempels, paleizen, bouwwerken, beelden en stoepa’s. Zo nu en dan een tropisch buitje tussendoor. We vinden het best indrukwekkend en mooi, maar of het de 30USD entree waard is? (Sri Lankanen mogen trouwens gratis naar binnen) Maar goed, het heeft misschien ook met onze beperkte energie te maken: echt fit zijn we nog niet. We maken het rondje dan ook niet af. We kopen bananen (ons avondeten, meer durven we nog niet aan) en zijn bijtijds weer terug in het hotel. 

15 km gefietst.

In een nieuwe wereld 

8 januari 2024 – van Polonnoruwa naar Kandy

We zijn in een nieuwe wereld beland. De wereld van het toerisme. Van de toerbussen en de glimmende witte Toyota Hybrids. En dat is best even schakelen. Als fietser lukt het ons vaak goed om buiten ‘de geplaveide paden’ te blijven, maar sommige plekken zijn nu eenmaal populair. Kandy, een grote stad in het midden van het land, is zo’n plek. En de kruidentuin waar we onderweg stoppen ook. 

Eerst terug naar vanochtend. Hoewel we redelijk zijn opgeknapt, hebben we nog wel een dagje hersteltijd nodig. Daardoor komen we knel met onze planning. Deze vakantie is maar kort – eigenlijk sowieso al te kort voor onze route. We hebben daarom geregeld dat we vandaag met een busje naar Kandy worden gebracht. Hiermee zijn we weer ‘op schema’. Eerst laten we onze namen achter op een muur in het hotel. Jaren geleden is een van de gasten daarmee begonnen en inmiddels staan veel muren vol, erg leuk. 

Een ochtend in de auto bevestigt wel weer dat fietsen zoveel leuker is! Op de fiets krijgen we veel meer mee van de sfeer en hebben we veel meer contact. De kruidentuin waar we onderweg stoppen, blijkt een echte ‘tourist trap’. Desondanks is het serieus interessant om te zien hoe cacao, peper, vanille, nootmuskaat etc. groeien en wat er allemaal mee gebeurt. En ook de spontane nekmassage met kruidnagelolie is fijn. En we begrijpen heel goed dat ook deze mensen een graantje willen meepikken van het toerisme. Maar toch… we hebben het echt niet op dit soort plekken. 

Fernando werkte vijf jaar bij de Albert Heijn in Amsterdam – zo’n 30 jaar geleden. Daarna ging hij terug naar Sri Lanka om als reisleider te werken voor grote Nederlandse reisorganisaties. Inmiddels is zijn gehoor te slecht en is hij vrijwilliger bij Sri Dalada Maligawa: de ‘tempel van de tand’ in Kandy. En daar ontmoeten we hem. Fernando blijkt nog behoorlijk goed Nederlands te spreken. Hij vindt het leuk om ons – in het Nederlands – te vertellen over het boeddhisme en over deze tempel in het bijzonder. Sri Dalada Maligawa herbergt het meest heilige en belangrijkste overblijfsel van Boeddha, namelijk een hoektand. Dit kostbare relikwie trekt elke dag honderden gelovigen. De tand ligt in een gouden kist in de vorm van een stoepa en die ligt in een streng bewaakte kamer met vooraan twee grote slagtanden van olifanten. Drie keer per dag is er een ceremonie en gaat de kamer open. Er zijn trommelaars, er wordt gebeden, mensen brengen bloemen en fruit. Wat bijzonder om mee te maken!

Tussen de dozen en pakketten

9 januari 2024 – Kandy

Het verkeer hier in Sri Lanka is best oké. Ja, het is anders dan in Nederland. Maar in vergelijking met bijvoorbeeld Vietnam, is het echt prima. Het is behoorlijk overzichtelijk, mensen houden zich redelijk aan de verkeersregels en ze houden goed rekening met ons als fietsers. De buschauffeurs zijn een uitzondering. Met hun mooie bont beschilderde bussen rijden – en toeteren – ze harder dan de rest. We zijn er inmiddels aan gewend. Dus vanochtend gaan we op de fiets het drukke stadsverkeer in. Naar de grote botanische tuin in Peradeniya, net buiten de stad, aan de Mahaweli rivier. Een prachtige verzameling van ruim 4000 soorten tropische bomen, planten, kruiden en bloemen. Ondanks de regen is het mooi en interessant. Zo leren we dat rondom Kandy meer dan 110 soorten orchideeën voorkomen en dat de reuzebamboe wel 30 centimeter per dag kan groeien. En wat een oase van rust!

Met z’n vieren staan ze inmiddels om onze fietsen heen. Koortsachtig overleg. Er wordt karton gezocht. Een stift. Een touwtje. Weer vragen ze of de fietssleutels eruit kunnen – zonder de fietsen op slot te doen (geen idee waarom). Ruud moet ondertussen in een kantoortje een formulier invullen. Ook daar overleg. Blijkbaar is het geen dagelijkse praktijk dat mensen hun fiets meenemen in de trein. En dat is precies wat wij wel gaan doen. Morgen nemen we de trein van Kandy naar Ella. De fietsen moeten met een andere trein mee – daarom laten wij ze vandaag al achter bij het ‘vrachtloket’ op het treinstation. En daar staan ze nu, tussen de dozen en pakketten die naar stations in heel Sri Lanka moeten. Als alles goed gaat, zijn onze fietsen eerder in Ella dan wij. Fingers crossed. 

De tempel waar we spontaan naar binnen lopen, blijkt een gecombineerde boeddhistische/hindoe tempel te zijn. Een man neemt ons onder zijn hoede en laat ons hetzelfde ‘rondje’ doen als de gelovigen. Bloemen bij Boeddha neerleggen, wierook branden, bidden, mediteren, een rondje rond een stoepa. Een monnik (die ooit op de foto ging met Dalai Lama – wordt trots verteld) zegent ons. In het hindoe-gedeelte krijgen we een stip (van drie soorten poeders) op ons voorhoofd. Het gaat helemaal goed komen met ons!

We sluiten de dag af met een culturele dansvoorstelling. Erg mooi. Vooral het einde, waarbij met vuur wordt gegooid en een aantal mannen door vuur heen loopt, is indrukwekkend. 

13 km gefietst.

Al 150 jaar met de hand

10 januari 2024 – van Kandy naar Ella

We ontbijten met Jos en Karin. Ook zij reizen op de fiets dor Sri Lanka; we zijn hen in Negombo ook al tegengekomen. Leuk en gezellig om ervaringen en verhalen uit te wisselen! We nemen afscheid van hen en van onze host en laten ons met de tuk-tuk naar het station brengen. Onze fietsen zijn immers al onderweg naar Ella – en met een flightbag met fietstassen is het niet echt lekker wandelen. We gebruiken voor het eerst de PickMe-app, super handig. Werkt net als Uber, maar dan voor tuk-tuks. 

In de Britse koloniale periode werden de eerste spoorwegtrajecten in Sri Lanka aangelegd. Niet alleen voor personenvervoer, maar vooral voor het transport van thee uit de binnenlandse gebieden naar de havens. Het station in Kandy is 150 jaar oud. Het bedienen van de wissels en seinen gebeurt nog steeds handmatig, met dezelfde installatie als 150 jaar geleden. Twee medewerkers van de spoorwegen vertellen er enthousiast over. Ze krijgen telefonisch door hoe laat een trein binnenkomt, zodat ze de wissels en seinen goed kunnen zetten. Het is fysiek zwaar werk om de hendels over te halen; Ruud mag een poging wagen. 

Vandaag dus een dagje met de trein. Waarom? Vanwege de berg waar we overheen moeten. Wij zijn geen echte klimgeiten, dus we maken graag gebruik van een alternatief om de ruim 1500 hoogtemeters te overbruggen. En daarnaast staat de treinreis van Kandy naar Ella bekend als een van de mooiste treintrajecten ter wereld. Een maand geleden hebben we al tickets gereserveerd, we zijn dus verzekerd van een zitplaats. En het is werkelijk een prachtige treinreis: diepe valleien, steile kliffen, watervallen en natuurlijk de uitgestrekte theeplantages. De treindeuren staat gewoon open, waardoor je indrukwekkende foto’s kan maken, vooral in de bochten. Dat lukt vooral de eerste uren; daarna is er te veel regen en mist en zien we vrijwel niets meer van de mooie omgeving. Gelukkig zorgt een groepje Sri Lankanen in onze coupé met hun gezang voor wat gezelligheid. 

Na 7 uur treinen, arriveren we in Ella. Onze fietsen zijn er gelukkig ook, ze staan netjes klaar tussen de dozen en pakketten. Snel naar ons hotelletje (note to ourselves: als een hotel ‘mountain’ in de naam heeft, dan kan dat nog wel eens betekenen dat je nog even flink moet klimmen) en een hapje eten in het stadje. Morgen gaan we eindelijk weer echt fietsen; zin in!

Nee is nee, of toch ja?

11 januari 2024 – van Ella naar Udawalawe

Gisteravond kwamen we in het donker aan in ons hotelletje. Ons uitzicht vanochtend was dan ook een aangename verrassing. Op de eerste foto zie je wat wij vanochtend bij het opstaan zagen. Veel tijd om ervan te genieten hebben we niet, want hebben een lange fietsetappe gepland. Om 6.30 uur zitten we al op de fiets. 

Ze zegt ‘no’ en schudt haar hoofd. Dat lijkt heel duidelijk toch? Maar niet in Sri Lanka. Hier betekent schudden met het hoofd namelijk ja. En dat is best lastig, hebben we gemerkt. Het zit zo ingebakken! En dan zijn er ook Sri Lankanen die goed Engels spreken, en zich hebben aangeleerd om het hoofd te schudden als ze nee bedoelen. Maar nu zitten we bij dat kleine winkeltje, waar twee zussen de scepter zwaaien. Engels spreken ze niet. De zuster met de rode-bloemenjurk bakt platte broodjes op een gasfornuis. Zij neemt het voortouw. Ze zet plastic stoelen voor ons neer zodat we onze gesuikerde broodjes kunnen eten. Ze snijdt bananen voor ons af van de tros. En natuurlijk wil ze op de foto, graag zelfs. Haar zuster – roze rok, geruite blouse – blijft in het winkeltje staan en bekijkt ons van een afstandje. Tot ze opeens iets zegt over ‘foto’. En als ik haar vraag of ik ook van haar een foto zal maken, zegt ze no en schudt haar hoofd. Is nee nu nee, of toch ja? Lastig hoor! Als we na een kwartiertje afscheid nemen, geeft de stille zus aan dat we even moeten wachten. Ze loopt haar tuintje in en komt terug met een paar (voor ons onbekende) vruchten. Die krijgen we mee. Wat een schat! (Inmiddels weten we dat het ‘zoetzakken’ zijn)

Het is een prachtige fietsdag. Na een lange afdaling (750 m dalen in 20 km), fietsen we over rustige weggetjes langs meren, bergen, jungle, rijstvelden, bananen en nog heel veel meer moois. Zo nu en dan een dorpje, een tempel of een stoepa. Veel vrolijke en vriendelijke mensen. Op een paar keffertjes in de ochtend na, zijn de vele honden weer gewoon sloom; we hebben geen last van ze. En we zien olifanten! Bij het Udawalawe National Park. Achter een soort hek van schrikdraad, ze kunnen de weg dus niet op. Gaaf. Verder zien we onder meer neushoornvogels en pauwen; wat een bijzondere vogels zijn dit toch. Nieuwe ‘spots’ zijn de bruine klauwier en de ceylonrupsklauwier (mooi scrabblewoord!). 

We overnachten in een huisje midden in het groen. Ja, natuurlijk heeft hij een koud drankje voor ons. Hij springt in zijn auto en staat 10 minuten later met twee koude colaatjes bij ons huisje. We vermoeden dat hij onze warme maaltijd ook uit het dorp ophaalt:-)

101 km gefietst.

Door de modder

12 januari 2024 – van Udawalawe naar Dikwella

Sri Lanka ontwaakt als we onze eerste kilometers maken. Mensen openen hun winkeltje of gaan onderweg naar hun werk. De vroege uurtjes zijn altijd het fijnst. Het is dan nog redelijk koel en het licht is mooi. Pauwen lopen voor ons op de weg, we zien neushoornvogels en spoorkoekoeken vliegen. Bij een bakkertje kopen we verse broodjes. Life is good. We genieten er nog maar eens extra bewust van; het einde van de vakantie komt in zicht. 

De onverharde weg gaat over in een modderpoel. Een snelle blik op de GPS maakt duidelijk dat een alternatieve route serieus omrijden betekent. ’Het is maar een klein stukje!’, roep ik stoer. Dus daar gaan we, de modder door. Al na een meter kunnen we niet meer fietsen. Duwen dan maar. De fietsen zakken op sommige plekken tot aan de assen in de drap. Ruud zit aan de goede kant van het pad en kan zelf over een richeltje lopen. Ik heb minder geluk en ploeter tot aan mijn kuiten door de modder. We kunnen niet meer terug, we moeten door. Na een meter of 100 is het pad weer begaanbaar. Gelukkig kunnen we ons – en de fietsen – even verderop in een meer schoonspoelen. We kunnen weer verder. 

We hadden ze al vaker zien vliegen, maar nu zijn er vele honderden: vliegende vossen. Een reuze vleermuis, met een spanwijdte van 1,2 tot 1,5 meter. Ze zitten (beter gezegd: hangen) bij elkaar in een aantal grote bomen. Heel indrukwekkend. We zien ook weer een aantal nieuwe vogels, zoals de ooievaarsbekijsvogel. Je ziet ‘m op een van de foto’s, helaas niet helemaal scherp. 

De route is weer prachtig vandaag en eindigt bij de zuidkust, in Dikwella. Ons hotelletje ligt aan zee, aan een kleine en rustige baai, en blijkt een soort Russische enclave te zijn. We missen de Sri Lankaanse gastvrijheid en vriendelijkheid! het strand is wel prachtig. We zwemmen in zee, liggen op een ligbedje onder een parasol en eten de beste avondmaaltijd van de hele vakantie. 

76 km gefietst. 

Weemoed

13 januari 2024 – van Dikwella naar Unawatuna

De omgeving verandert. Het is nog steeds prachtig groen (jungle, rijstvelden, leuke dorpjes, zo nu en dan een tempel). Het verschil is dat het hier welvarender lijkt. De huizen zijn groter, er zijn meer echte winkels in plaats van stalletjes, er rijden meer – en mooiere – auto’s. Ook de tempels zijn veel beter onderhouden. Deze welvaart is overigens behoorlijk relatief: Sri Lanka worstelt met een ernstige financiële crisis. Het ging al jaren niet goed in het land. De burgeroorlog tussen de Tamils en Singalezen (1983-2009), de tsunami (2004), terreuraanslagen op kerken en hotels (2019). Daar kwamen de coronapandemie en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne bij. En falend politiek beleid. Toeristen bleven massaal weg en het protest vanuit de bevolking nam toe. In 2022 ontvluchtte de president het land en liet Sri Lanka achter in een diepe economische crisis met torenhoge inflatie en tekorten aan voedsel, medicijnen en brandstof. De Sri Lankanen zijn dan ook erg blij met de toeristen die wél de moeite nemen om naar hun mooie land te komen. Ze zijn er trots op en ze hopen op betere tijden, dat merken we steeds weer in de gesprekjes die we met hen hebben. 

Tijdens de treinreis van Kandy naar Ella zagen we al uitgestrekte theeplantages. Vandaag fietsen we voor het eerst langs theevelden en theefabrieken. De bekende Ceylon-thee komt hier vandaan (Ceylon is de vroegere naam van Sri Lanka). Sri Lanka is de derde grootste producent van thee in de wereld en is verantwoordelijk voor 19 procent van de wereldexport. Indrukwekkend veel dus! En erg mooi, de heuvels vol met theeplanten. 

Treuzelen. Dat doen we vandaag. Het is onze laatste echte fietsdag. De laatste dag ‘buiten de geplaveide paden’. De laatste dag lunchen op een plastic stoeltje bij een stalletje langs de weg. De laatste dag met leuke ontmoetingen met de altijd vriendelijke en gastvrije locals. De laatste dag met volop vogels, apen en varanen onderweg. We worden er een beetje weemoedig van dat onze reis er bijna op zit. Morgen hebben we ook nog een hele dag hier, maar dan in ‘toeristisch Sri Lanka’. Dus die mooie Boeddhistische tempel waar we langs fietsen: daar stoppen we dan ook. Erg mooi en we hebben weer leuke gesprekjes. 

Een groter contrast is bijna niet mogelijk. Unawatuna is een echt toeristische badplaats. Met strandtenten en luide muziek uit de speakers. In het hotel hangt een groep kauwgom kauwende Russische pubers ongeïnteresseerd met hun telefoons. Het personeel is afstandelijk. Dit is niet het Sri Lanka waar we de afgelopen weken zo van zijn gaan houden. Ik word er zelfs een beetje chagrijnig van. Ruud heeft er minder last van: hij is na een dag fietsen in de hitte gewoon blij met het zwembad. Daar genieten we dan ook maar van. 

72 km gefietst. 

Het Nederlandse fort van Galle

14 januari 2024 – Unawatuna en Galle

De doordringende beat van de beach party ging best lang door. Tot 6.15 uur vanochtend om precies te zijn. Lowlands en Defqon (in onze ‘achtertuin’) zijn er niets bij. En een kwartier later… begint de eerste muziek bij de strandtenten al weer. Nee, voor je rust moet je niet in Unawatuna zijn, dat is ons inmiddels wel duidelijk. 

We gaan op de fiets naar Galle (spreek je uit als ‘Kol’), dat ligt op een schiereilandje een half uurtje verderop. Sri Lanka was in de tijd van de VOC een Nederlandse kolonie. In 1640 verdreven Hollandse troepen de Portugezen uit Galle en namen de macht over. De Portugezen hadden in de 16de eeuw al een klein fort gebouwd; de Nederlanders breidden het fort uit en het kreeg de naam Dutch Fort. Galle was voor de VOC een belangrijke handelsstad. Veel kooplieden en soldaten verbleven hier tijdens de Nederlandse overheersing, die tot 1796 duurde. 

Het is interessant om hier rond te lopen. We wandelen over de bastions en de brede vestingmuren (die zelfs de tsunami van 2004 hebben overleefd) en door de kleine straatjes. De straatnamen (zoals de Leyn Baan) en gebouwen herinneren aan het Hollandse verleden. Zo is er de Hollandse Kerk, ook wel de Groote Kerk genoemd. Zelfs het originele orgel uit 1760 is nog steeds aanwezig. Op de grond van de kerk liggen Nederlandse grafstenen afkomstig van het Hollandse kerkhof. En er is een Hollands ziekenhuis uit de tijd van de VOC. In het Maritiem museum en het Maritiem archeologisch museum leren we meer over het leven in de zee en vooral over de VOC-schepen De Avondster en De Hercules die bij Galle vergaan zijn. Boeiend!

Cricket is dé nationale sport van Sri Lanka. In. Galle wordt er op meerdere velden cricket gespeeld. Maar vanavond zien we het echte werk: een wedstrijd Sri Lanka – Zimbabwe. Op TV weliswaar, samen met het personeel van het restaurantje waar we onze laatste rijst met curry van deze reis eten. Ondertussen zijn ze online druk bezig met het afsluiten van weddenschappen over die wedstrijd. Om wat extra geld te verdienen, leggen ze uit. 

En dan is het tijd om naar het vliegveld te gaan. Ons laatste blogje volgt als we thuis zijn!

16 km gefietst. 

Nieuwe plannen 

15 januari 2024 – terug naar Nederland 

Rond middernacht komen we aan op het vliegveld van Colombo. Al direct bij de ingang gaat de bagage door de scanner; ook de fietsen moeten er doorheen. We hebben op andere vliegvelden wel eens meegemaakt dat de scanner te klein is, maar hier passen de fietsdozen er nét doorheen. De lange rijen in de vertrekhal doen vervolgens het ergste vermoeden. Bij de balies van Qatar Airways is het echter rustig en het inchecken van de bagage gaat lekker vlot.

Rond half vier in de ochtend vertrekt de vlucht naar Doha in Qatar. We kunnen eindelijk slapen! Nou ja, een beetje dan. Slapen in een vliegtuig valt ons altijd wat tegen. In Doha hebben we zo’n twee uur overstaptijd. Het is een prachtig vliegveld met een groot ‘indoor park’, We waren hier op de heenweg ook al. Lekker hoor, even in het (kunst)gras zitten. Aan het begin van de middag zijn we weer op Schiphol. We laten de fietsdozen achter en maken de fietsen weer ‘rijklaar’, zodat ze achterop de auto mee kunnen. 

En inmiddels zijn we een dag thuis. De eerste winterse wandeling in onze polder is alweer een feit. We kijken terug op een fantastische reis. Sri Lanka is echt een tropische verrassing. En wat is (fiets)reizen toch fijn! De eerste plannen voor de volgende reizen zijn alweer in de maak:-)

Gerelateerde Berichten