‘Nie camping!’ in West-Polen

door Ruud

In juli 2003 fietsten we 2 weken door West-Polen. Met Bas (6) op de aanhangfiets en Daan (1,5) in de fietskar. De keuze voor Polen was aanvankelijk vooral praktisch van aard. We hebben gekeken op welke internationale treinen vanuit Amersfoort je fietsen mee mag nemen. En dan kom je al snel in Berlijn uit. Maar Polen (op slechts zo’n 70 kilometer van Berlijn) lonkte… En het was absoluut de moeite waard. Het is een gebied met een uitgebreide geschiedenis, prachtige natuur, rust, veel ruimte, bijzondere dorpjes en veel vriendelijke mensen.

‘Camping? Nie camping!’ 

17 juli – van Amersfoort naar Slubice (10 km)

Op station Amersfoort halen we voor de zekerheid halen alvast de tassen van de fietsen af. De fietswagon stopt echter op de verkeerde plek dus we moeten rennen met losse tassen. Onderweg spelen we ontelbare spelletjes Yahtzee en kwartet met Bas. Daan houdt zich prima. Na vijf en half uur zijn we op station Berlijn Ostbahnhof en stappen we over op de trein naar Frankfurt a/d Oder. Prima, die Duitse treinen! Een uur later, om 15 uur, komen we aan in Frankfurt. 

We fietsen naar de brug over de Oder (Odra), de grens met Polen. Er staat een lange rij wachtende auto’s. Wij doen wat we andere fietsers zien doen: langs de rij fietsen en vooraan gaan staan. Ordinair voordringen dus, maar blijkbaar is het de gewoonte. Binnen 5 minuten zijn we over de grens en fietsen Slubice in, een wat mistroostig stadje.

Net buiten de stad, bij een sportcomplex met hotel, zou een camping moeten zijn. De dame bij het hotel spreekt alleen Pools, maar is duidelijk: ‘Nie camping!’ Met het Poolse woordenboekje erbij spreek ik een tuinman aan. Hij gebaart dat we onze tent wel in de hoteltuin kunnen opzetten. Echt? Na wat doorvragen, stuurt hij ons naar de directeur van het sportcomplex. Hij geeft atletiektraining. Een van de atleten spreekt wat Engels en vertaalt. We mogen onze tent opzetten op een hoger gelegen veldje, daar is het veiliger en is een bewaker. Ook mogen we het zwembad gebruiken. Betalen mogen we niet, we zijn zijn gast. Leuk!

Prima kampeerplekje. De WC’s zien er uit alsof ze een maand geleden voor het laatst zijn schoongemaakt. Douches zijn er niet, maar na even zwemmen voelen we ons al weer heel wat. Daan is aan het einde van zijn Latijn en slaapt ’s avonds snel. De directeur komt nog even langs en stelt ons voor aan de bewaker. De avond is kort; het is een stuk vroeger donker dan in Nederland.

Leuke kleine Fiatjes

18 juni – van Slubice naar Osno Lubuskie (32 km)

In de motregen laden we de fietsen op. We moeten vandaag eerst terug naar het station in Frankfurt. We hebben daar gisteren het frame van de babyjogger (buggy) laten staan, dom dom! Zelfde weg terug dus. We letten daarbij niet goed op en rijden een éénrichtingsstraat in. Dat levert ons een preek en een bijna-bekeuring van de politie op. Ze zijn hier streng!

We volgen de E29 en 137. Cunowice – Sulów – Kowolów – Serbów – Osno Lubuskie. Het landschap is glooiend. Eerst vrij kaal, veel braakliggende grond. Later vooral landbouwgebied en zo nu en dan bos. De akkers zijn enorm groot; hier zijn nog vooral staatsbedrijven. De automobilisten rijden hard, maar gedragen zich netjes, ze halen ruim in. Veel van die leuke kleine Fiatjes. Daan slaapt lekker in de kar, Bas fietst flink mee op zijn aanhangfiets. Veel vogels, zoals zwarte roodstaarten, raven en rode wouwen.

In Nederland kijkt inmiddels niemand meer op van een fietskar en aanhangfiets, maar hier wel. Mensen blijven staan, wijzen ons na, lachen, zwaaien, roepen, applaudisseren. We voelen ons net de koninklijke familie, en lachen en zwaaien vriendelijk terug.
In Osno Lubuskie vinden we een campinkje. Een paar bouwvallige caravans, veel goedkope tentjes dichtbij elkaar en overal harde muziek en bbq. Ook hier zijn de WC’s en kranen kapot en vies. We kunnen er prima mee leven hoor, we stellen geen hoge eisen en het is spotgoedkoop: 15 zloty (ruim 3 euro) voor ons viertjes. In het meer is een soort zwembad gemaakt met steigers en lijnen. Badmeesters houden toezicht houdt. Waag het niet om buiten de lijnen te zwemmen! We laten Bas, die nog maar net zijn zwemdiploma’s heeft, hier met een gerust hart alleen zwemmen. crossmotor rondjes over de camping.

Flink ploeteren door het mulle zand

19 juli – van Osno Lubuskie naar Pózrzadlo (60 km)

Om 6.30 uur gaan eindelijk de laatste radio’s uit; het was een rumoerige nacht. Maar daarna is het heerlijk wakker worden in het heldere meer. In Osno doen we boodschappen bij een ‘sklep’. In ieder dorpje of gehuchtje vind je wel zo’n kruidenierswinkeltje, vaak van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat open. Ons boekje ‘Wat en hoe in het Pools’ bewijst wederom zijn diensten. 

Nauwelijks verkeer. Grabno – Brezno – Rychlik – Kownaty – Grabów – Koryta – Drewce Kolonia. Soms veel scheuren en gaten in het wegdek. Bos en graanvelden wisselen elkaar af. Wat een rust, wat een ruimte, wat een uitzichten! In de kleine dorpjes is het alsof de tijd heeft stil gestaan. De heuvels zijn nog flink werken, vooral met de fietskar achter de fiets. Bovendien is het wederom erg warm, de hittegolf in Europa is ook in Polen goed merkbaar.

We moeten kiezen tussen een stukje over de rode weg (vergelijkbaar met een drukke provinciale weg in Nederland, in Polen mag je hier ook op fietsen) of een onverhard pad. We kiezen voor het laatste en dat blijkt een hele klus. Zes kilometer zand en stenen en hele stukken die niet fietsbaar zijn. En allemaal kleine paadjes die niet op onze kaart staan. Zoeken dus, soms gaan we fout en het is flink ploeteren door het mulle zand. Bas ziet het probleem niet; hij huppelt naast de fiets en duwt tegen de fietskar als we heuvelopwaarts gaan. Hij gaat vandaag een nieuw afstandsrecord halen, dat is wat telt!

Het is al 18.30 uur als we de camping op fietsen. Bas vindt het hier geweldig; hij mag water in het in aanbouw zijnde zwembad laten lopen. Daan vermaakt zich lange tijd met de wasmachine. Beker, beer, ijsje, alles moet in de was, uit de was, in de was, uit de was…

Bekijks en aanspraak

20 juli – fietstochtje Pózrzadlo (17 km)

Een hete dag, al voor 7 uur zweten we de tent uit. Vanmiddag fietsen we naar Lagów; een levendig plaatsje, met markt, veel mensen, bekijks en aanspraak. Het strand vinden we er te druk, we fietsen net zo lang door tot we in het bos zwemwater vinden. 

De gevreesde rode weg

21 juli – van Pózrzadlo naar Glebokie (57 km)

De eerste paar kilometers fietsen we over de vluchtstrook van de door ons gevreesde ‘rode weg’. Het valt gelukkig mee. Bucze – Lubrza – Staropole – Zarzyn – Pieski – Templewo – Gorunskó– Bledzew. Het is wat vlakker dan gisteren en de akkerbouw is op veel plaatsen kleinschaliger. In de dorpjes is vaak geen asfalt maar keien. Een ramp om over te fietsen, soms kunnen we er naast rijden. In sommige dorpjes wanen we ons in een compleet andere wereld. Het enige dat er is, is bijvoorbeeld een groot kalkoenbedrijf en een paar betonnen flatgebouwtjes. En natuurlijk de sklep. Boeiend! Veel dorpjes hebben een blusvijver, vaak vol met riet en lisdodde.

Vóór de vakantie ging de interesse van Bas vooral uit naar TV kijken en computerspelletjes. Inmiddels heeft hij zich inmiddels ontpopt tot een zeer gedreven vogelaar. Pokemon en Digimon zijn (voorlopig) over en uit. Hij houdt nauwgezet bij welke vogels we onderweg zien en bekijkt ze later nogmaals in ons vogelboek. Ook de raadseltjes die we onderweg veel doen, gaan voornamelijk over vogels en insecten. Daardoor heeft hij veel plezier in het fietsen en is erg alert op wat hij om zich heen ziet. Daan heeft het ook naar zijn zin, maar meestal met zijn ogen dicht. Slapend dus. Of hij kijkt wat rond met z’n duim in z’n mond. We kamperen bij een soort huisjespark, gelegen aan een prachtig, glashelder meer.

Onze pogingen om Pools te praten

22 juli – van Glebokie naar Wierzbno (30 km)

Bas en Daan spelen bij onze Poolse buren en worden volgestopt met koekjes en chocola. Iedereen vindt het prachtig, zo’n fietsend gezin. Als we vertrekken, loopt de camping uit en er wordt zelfs geapplaudisseerd. Het is vrij vlak en de dorpjes zien er wat anders uit dan dichter bij de grens. Ook (meestal vervallen) fabriekjes en boerderijen. We blijven genieten van de rust, de ruimte, het glooiende landschap en de vele vogels in dit gebied. Veel roofvogels: rode en zwarte wouw, buizerd, kiekendief, steenarend, torenvalk.

Wierzbno is een leuk dorpje. Natuurlijk een kerk, een grote kleurige begraafplaats (zoals je ze hier veel ziet) en huisjes aan zandweggetjes. In de sklep heeft het personeel duidelijk plezier in onze pogingen om Pools te praten. De dagelijkse dingen zoals brood, melk, kaas, sap en ijs kunnen we al moeiteloos bestellen. De camping ligt prachtig buiten het dorp. De zestien hectare grond bij de voormalige boerderij hoeven we met slechts een handjevol andere kampeerders te delen. Heerlijk rustig dus. Voor de kinderen is er een schommel en een hooischuur. 

Op zoek naar kraanvogels

23 juli – omgeving Wierzbno

Om 7 uur gaan we op zoek naar de kraanvogels die zich ’s ochtends vroeg vaak vlak bij de camping ophouden. Wat een indrukwekkende vogel, en wat een geluid! Het is weer een hete dag. Vanochtend maken we een flinke wandeling, het is hier prachtig. Veel vlinders en libellen. Bevers krijgen we niet te zien, maar wel een flink aantal bomen die door de bevers zijn omgeknaagd. Vanavond zitten we binnen, we worden gek van de muggen. We besluiten om nog een extra dag hier te blijven, zo’n mooie plek als deze zullen we waarschijnlijk niet meer tegenkomen.

Hints, pictionary en het woordenboekje

24 juli – omgeving Wierzbno

Ruud en Bas staan om 6 uur op om weer kraanvogels te kijken. Vanmiddags fietsen we via het zandpad naar Miedzychod, een plaatsje met 17.000 inwoners. Onze eerste stop is bij een goed uitgeruste elektro/gereedschapszaak. We hebben problemen met de as (de snelsluiting) van een van de wielen van de babyjogger. Er is iets afgebroken en het wiel draait niet meer. Dankzij een combinatie van hints, pictionary en het woordenboekje, weet Ruud in een kwartier uit te leggen wat het probleem is. De verkoper haalt geld uit zijn kassa, vraagt de schilder die buiten bezig is even op de zaak te letten en verdwijnt het centrum in. Na een kwartier is hij terug. Hij heeft ergens een metalen pin met schroefdraad laten maken. Probleem verholpen! Het kost ons 5 zloty, net iets meer dan 1 euro.

Levensgevaarlijke snelweg

25 juli – van Wierzbno naar Bledzew (65 km)

Het is regenachtig. De fietskar moet zo nu en dan dicht, hoewel het daarvoor eigenlijk te warm is. Voordeel is dat Daan er geen spullen uit kan gooien. We zijn al twee tuitbekers kwijt; Daan’s sandalen hebben we nog kunnen terugvinden. We maken speelgoedjes zoveel mogelijk met touwtjes vast.

In Miedzychod steken we de rivier de Warta over en volgen deze westwaarts, over de rustige asfaltweg. Het landschap is weer anders; rechts het bos en links het rivierdal.  Het dorpje Wiejce, waar we een boterhammetje eten, roept vragen op bij ons. Middenin het maar kleine dorpje is een enorm braakliggend terrein. Vlak ernaast ligt een splinternieuwe mega-parkeerplaats. Wat stond er, wat komt er? Het lijkt niet te kloppen in zo’n klein dorpje. ’Vanmiddag stijgt het kwik weer tot 35 graden. Tussen Krobielowko en Swinary fietsen we over keitjes. Een aanslag op je velgen. 

Om bij de camping in Skwierzyna te komen, moeten we over de levensgevaarlijk snelweg nr. 24. Na een kilometer besluiten we dat we onze levens niet op het spel willen zetten voor een camping. Zonder kleerscheuren overleven we de kilometer terug. Vanaf daar een uur terug naar Bledzew, daar zouden 3 campings moeten zijn.

Het venijn zit in de staart. Een bord vertelt ons dat de camping 2,7 kilometer buiten het dorp ligt. Het slecht begaanbare zandpad is absoluut langer. Geen borden meet, gaan we nog wel goed? Uiteindelijk komen we  bij een stuwdam, met wat vakantiewoningen en, jawel, een campinkje. Ruud moet direct een spelletje poolbiljart spelen met de beheerder en ik word door een aantal Poolse vrouwen het hemd van het lijf gevraagd over de kinderen. We hebben een leuke avond!

Piepkleine vervallen witte huisjes

26 juli – van Bledzew naar Lubniewice (48 km)

We nemen een kijkje bij de bijna honderd jaar oude waterkrachtcentrale, die nog steeds in bedrijf is. Bij vertrek worden we gefotografeerd en gefilmd door andere gasten. We fietsen via een onverhard pad richting Chychina. Een prachtige route door het bos, we zien ijsvogels! In Chychina lunchen we bij een sklep. We raken aan de praat met twee goed Engels sprekende Poolse mannen. We praten uitgebreid over de Europese Unie, euthanasie, de Nederlandse abortusboot die onlangs in Pools water lag en over dronken Polen (‘Ja, dat klopt. Iedereen drinkt hier ’s middags bier, vroeger was het wodka’).

Het bos uit, we fietsen weer langs uitgestrekte glooiende tarwe- en maïsvelden. Gorunsko – via oneindig lang keienpad naar Sokola Dabrowa – Lubniewice. Op een plattegrond in het dorp staat een camping, net buiten het centrum. We krijgen echter al snel de pé in. We zien niets; toch niet weer?! Tegen wil en dank volgen we toch een tijd de weg en zien kilometers verderop een bordje met Pod Baszta. Een hobbelig en heuvelachtig zandpad leidt ons weer een stuk richting het dorp. En dan zijn we bij een soort vakantiedorpje. Piepkleine vervallen witte houten huisjes in een naaldbos, zo heeft het communistisch regime destijds vakanties ‘bedacht’. Nog steeds eten alle gasten drie keer per dag gezamenlijk in een eetzaal.

De dame in het informatiehokje (ze zit daar de hele dag, geen idee wat ze doet) spreekt een beetje Duits. We mogen er kamperen, maar ze snapt ons verzoek niet zo goed. We merken steeds weer dat kamperen in dit gebied geen gebruikelijke bezigheid is. Het sanitair is wederom oud en slecht, dat lijkt de norm hier te zijn. 

Bonte spechten

27 juli – omgeving Lubniwiece

De ‘camping’ ligt aan het enorme meer van Lubniwiece, waar we kunnen zwemmen en kanoën. Een prima plekje voor een rustdag. Ruud en Bas gaan vanochtend met een kano op stap. Onder de bomen is het heerlijk, in de zon is het al snel te heet. In dit bos zijn enorm veel spechten (vooral middelste bonte specht), ook zien we boomkruipers en boomklevers.

Overstekende everzwijntjes

28 juli – van Lubniewice naar Garbicz (58 km)

Regen! Bas speelt gewoon buiten; hij lijkt er niets van te merken. Daan houdt zich verbazingwekkend goed in de tent. Onder toeziend oog van de badmeester/kano-instructeur en de buren van het houten huisje naast ons, pakken we snel de spullen in. De eerste vindt het wel stoer, de anderen vinden het duidelijk maar niets.

We nemen het zandpad naar het dorp en vanaf daar de asfaltweg naar Glisno, Wedrzyn en Sulecin. We zien jonge everzwijntjes de weg oversteken. Om even te ontsnappen aan de regen, zoeken we in Sulecin een restaurantje om te lunchen. Vanmiddag is het gelukkig weer droog. Drezno – Rychlik – Bielice – Boczów. We blijven ze leuk vinden, die kleine dorpjes met hun zo kenmerkende ‘oostblok-sfeer’.

In Boczów zijn volgens onze kaart twee  campings. De eerste bestaat niet meer, de tweede is onvindbaar. In Garbicz, het volgende dorpje, komen we uiteindelijk terecht bij een goed verscholen vakantieparkje. De beheerder is duidelijk: ‘nie camping!’. Het is echter al 19 uur en we zijn het zat voor vandaag. Er komt iemand vertalen en dan wordt ons het ‘probleem’ duidelijk: hij kan ons geen wc en douche aanbieden. We leggen hem uit dat we wel een dagje zonder douche kunnen en dat het bos dienst kan doen als wc. Toch voelt hij zich bezwaard en maakt zich zorgen over de kids. Die moeten toch een warm bad hebben! Maar we mogen blijven, graag zelfs. Hij haalt zelfs ergens een babybadje vandaan en brengt ons emmers warm water. Wat een gastvrijheid (en we mogen niets betalen). Alle gasten zijn inmiddels komen kijken en luisteren. De mannen bekijken de fietsen, de vrouwen de kinderen. Bas speelt verstoppertje met een groepje Poolse kinderen. Een onverwacht leuke avond!

Wouwen en kiekendieven

29 juli – van Garbicz naar Osno Lubuskie (35 km)

Waar fietsen we naar toe? We kunnen in één dag naar Frankfurt fietsen, maar de trein vertrekt pas vrijdagochtend. We hebben echter geen zin in wéér een zoektocht naar een camping die niet blijkt te bestaan. We besluiten daarom om naar Osno Lubuskie te fietsen, waar we 2 weken geleden ook waren. We fietsen over een  rustig asfaltweggetje naar Boczów – Bielice – Lubów = Grabno. Glooiend, soms bos, soms open vlakten, soms oneindige graanvelden. Weer veel vogels: zwaluwen in alle soorten en maten, grauwe klauwieren, raven, wouwen en kiekendieven. 

Al om 14.30 uur arriveren we op de camping. Het ziet er compleet anders uit dan vorige keer. Was het toen nog erg druk en lawaaierig, nu zijn we de enige kampeerders. Het sanitair is nog slechter geworden. Nu zijn echt álle kranen afgebroken en zit er nog maar een enkele WC-bril vast. Maar het schepijs in de bar smaakt er nog steeds uitstekend. 

Bezig met eigenlijk niets

30 juli – omgeving Osno Lubuskie (0 km)

We zijn getuige van een typisch tafereel. Twee mensen zijn een half uur bezig met het aanvegen (ja, aanvegen) van het ongeveer 100 meter lange zandpad op de camping. De één veegt, de ander draagt de emmer, waar zo nu en dan een blaadje in wordt gegooid. Het gras, waar best veel troep ligt, slaan ze over. De erfenis van het communisme? Ze zijn ons de afgelopen weken al meer opgevallen: Polen die de hele dag bezig zijn met eigenlijk niets. Zitten en wachten. Bij restaurants, in de skleps en de bloemenwinkeltjes bij de begraafplaatsen.

Vanmiddag wandelen we naar het dorp. Osno is een aardig plaatsje, met een redelijk bewaard gebleven stadsmuur met torens uit de 14e en 15e eeuw. We bekijken ondermeer de 13e eeuwse gotische kerk, die vooral van binnen prachtig is met veel glas en lood ramen. We hebben nog veel zloty’s over (Polen is écht goedkoop) en eten daarom wederom op het terras. We bestellen op de gok. De saljamka-zupa heeft wel wat weg van goulashsoep, met vooral veel vlees en augurk. De zapiekamska is een soort vegetarische broodpizza. Het smaakt allemaal prima.

Heuveltjes wegtrappen

31 juli – van Osno Lubuskie naar Frankfurt an der Oder (48 km)

Het zand-aanveeg-tafereel herhaalt zich, boeiend. Onze laatste dag in Polen, vanavond overnachten we in Duitsland. Via Serbów – Kowalów – Sulów – Kunowice naar Slubice. We hebben weer heel wat heuveltjes weg te trappen. Hoe dichter we bij Slubice we komen, hoe drukker het wordt en hoe harder en gevaarlijker de auto’s rijden. In Slubice weten we nu wel op het hoger gelegen fietspad te komen (dat lukte twee weken geleden niet), dat ons zowaar tot de brug met de grensovergang brengt. We doen nog even goedkoop inkopen bij de supermarkt en verdelen onze laatste zloty’s onder de bedelaars bij de grens.

Vijf minuten later zijn we in Duitsland. Wat een contrast weer! De grote, moderne westerse stad Frankfurt lijkt in geen enkel opzicht op wat wij de afgelopen twee weken in Polen hebben gezien. De camping ligt 12 kilometer ten zuiden van Frankfurt, aan de Helenesee. De 15 euro die we hier betalen is wel wat anders dan de 15 zloty in Polen… 

Terugreis met defecte airco

1 augustus – van Frankfurt an der Oder naar Amersfoort (17 km)

Het inpakken gaat vlot en om 8 uur fietsen we weg. Op het station in Frankfurt hebben we nog ruim tijd voor koffie. De trein stopt keurig met de fietswagon voor ons, we rijden de fietsen zo naar binnen. In Berlijn gaat het minder soepel. De fietswagon stopt op een totaal verkeerde plek, dus het is weer hard werken om alles snel in de trein te krijgen. De airco in ons treinstel is defect, de ramen kunnen niet open en de temperatuur stijgt gestaag. Nu is vijfenhalf uur lang… 

Aan het einde van de middag komen we aan in Amersfoort. Het zit er weer op!

Gerelateerde Berichten