Zwoegen – zweten – Zwitserland

door Ruud

In de zomer van 2004 fietsten we bijna 3 weken door Zwitserland. Met Bas (7) toch nog een jaartje op de aanhangfiets en Daan (2,5) in de fietskar. Na iedere bocht een ander uitzicht, na iedere klim een snelle afdaling… het was soms zwoegen, maar wat een mooi gebied om te fietsen! 

Stapelbedden in de trein

26 juli – van Hoogland via Utrecht naar Zürich (38 km)

Onze vakantie start op de eerste zomerse dag sinds weken. Vanavond om 21.00 uur vertrekt vanuit Utrecht onze trein naar Zürich. Omdat de Nederlandse treinen niet echt zijn toegerust op vakantiefietsers (zeker niet met kar en aanhangfiets), fietsen we naar Utrecht. Ruim op tijd zijn we bij Utrecht CS. Het kunstje met de lift zijn we nog niet verleerd: we hebben drie ‘ritjes’ nodig (en dat twee keer: omhoog en omlaag), waarvan het middelste onbemand. De fietsen staan vlot in de trein. Natuurlijk is het wel weer een hele klus om alle fietsen goed op zijn plek te krijgen, maar dat maakt niet uit: we zijn binnen, zonder stress.

We hebben een vierpersoons couchette gereserveerd en vinden dat erg riant. Je hebt in feite zes zitplaatsen en kunt twee stapelbedden maken. Lakens, dekens en kussens zijn aanwezig, het is allemaal prima voor elkaar. Bas en Daan slapen vlot. We halen nog een lekker koud biertje in de restauratiewagon en kruipen dan ook onder de wol.

‘Ik wist niet dat Zwitserland zo mooi is!’

27 juli – van Zürich naar Sihlwald (25 km)

Slapend gaat de reis snel voorbij. Om 9.30 uur zijn we, met een uur vertraging, in Zürich.  Zürich is het eindstation, dus we kunnen in ons eigen tempo de fietsen en de bagage uitladen. Al met al was het een zeer ontspannen reis, daar had geen auto, fietsbus of vliegtuig tegenop gekund.

Het drukke centrum van Zürich, de grootste stad van Zwitserland, zijn we snel uit. Hoewel het een mooie groene stad moet zijn, verkiezen we de rust. We gaan zuidwaarts langs het riviertje de Sihl, over een rustig en vlak weggetje. De bergen doemen aan alle kanten op. Op aanraden van een andere fietser, steken we bij Adliswil het water over. Dat hadden we op een ander moment moeten doen, bleek later. De route gaat nu direct flink omhoog, deels langs een drukke weg.

Bas vindt de bergen prachtig en blijft maar roepen: “Ik wist niet dat Zwitserland zó mooi is! Ik wil nu alleen nog maar in de bergen fietsen!” Tja, wel de lusten, niet de lasten voor hem. Hoewel hij flink meetrapt op de aanhangfiets, kan hij het rustig aan doen. Dat het bergopwaarts best zwaar fietsen is, ontgaat hem voorlopig nog. In Horgensbergen besluiten we dat het wel genoeg is voor vandaag. We moeten duidelijk nog wennen aan de hoogteverschillen en de warmte. We dalen af naar Sihlwald, een stukje noordelijker weer, waar een campinkje aan de Sihl ligt. Het gaat bijna eng hard, de berg af. De camping is een prima plek en we kunnen heerlijk afkoelen in het riviertje.

Rode wouwen en steenarenden

28 juli – van Sihlwald naar Willerzell (39 km)

Het is wederom een prachtige zomerse dag, ruim 25 graden. Het inpakken kost behoorlijk wat tijd, we moeten de slag weer even te pakken krijgen. We moeten bovendien Daan voortdurend in de gaten houden, hij gaat er graag in zijn eentje vandoor en kent nog geen angst.

Hirzel – Schönenberg. Daan slaapt lang in de kar, we kunnen flink doorfietsen. Als hij wakker is, wil hij niet lang in de kar zitten. Hij bepaalt in feite wanneer we pauzeren en hoe lang we kunnen doorfietsen. We maken weer heel wat hoogtemeters. Er is wel veel verkeer op dit deel van de route, dat valt tegen. Soms ontbreekt de vangrail, of ligt de fietsstrook achter de vangrail, en rijden we direct langs de steile afgrond. Met de toch wat instabiele aanhangfiets voelt dat niet prettig. Maar verder is het hier prachtig fietsen. Veel roofvogels, vooral rode wouwen en steenarenden.

Daan is het inmiddels zat en zet een protestactie in; alles wat hij in zijn handen krijgt, gooit hij de kar uit. Nog even de brug over de Sihlsee over en we zijn op de camping. Een mooie plek zo aan het meer en de bergen rondom. Een prima plek voor een rustdag.

We doen het rustig aan

29 juli – Rustdag in Willerzell

Weer een super zomerdag, met ruim 30 graden. We doen het lekker rustig aan. Wasje doen, een beetje zwemmen in de Sihlsee en Bas en Daan vermaken zich in het speeltuintje. Vanavond verkent Ruud alvast de eerste kilometers van de route van morgen. Hierin zit ondermeer een klimmetje van 20%. Maar we hebben er nu wel vertrouwen in dat we boven komen.

Genieten van onze prestatie

30 juli – Willerzell – Weesen (60 km)

Vanaf vandaag volgen we de goed bewegwijzerde Seen-route (route 9) van Veloland Schweiz. Het is een prachtige fietsdag, met nauwelijks verkeer. Naar Egg, vrij vlak, dan de klim naar Etzel, met stukken tot 20%. Het gaat stapvoets, soms is het echt te steil en moeten we van de fiets af. Op het hoogste punt genieten we van het uitzicht én onze prestatie. We zijn best trots! En dan volgt een heerlijke afdaling, soms ook 15-20%. Harder dan 50 km/uur vinden we niet verantwoord met de kar en aanhangfiets, dus het is remmen, remmen en remmen. Bas kan het niet hard genoeg gaan, hij vindt het geweldig en houdt de snelheden nauwkeurig bij op zijn nieuwe kilometerteller.

Bij Pfäffikon  gaan we de Zürichersee over; het enorme meer dat we de afgelopen dagen geregeld hebben zien liggen. Rapperswill, de middeleeuwse ‘rozenstad’, is een drukke toeristische plaats; we raken direct de route kwijt. Via een ‘naturstrasse’, meestal goed berijdbare grindpaden, fietsen we langs een spoorlijn aan de bovenzijde van het meer.

We bestuderen een tijdje een zwarte vogel in een grasveld. Het lijkt een zwarte ibis, maar hier in Zwitserland? Of zou het toch een jonge zwarte ooievaar zijn? Om 19 uur zijn we op de camping; het was een lange dag, eigenlijk te lang. Met name de klim van vanochtend kostte veel tijd. Maar het was de moeite waard! Onze tent staat op 20  meter afstand van de Walensee en we genieten dan ook nog even van het frisse water.

Het vorstendom Liechtenstein

31 juli – van Weesen naar Triesen (Liechtenstein) (48 km)

Het is heerlijk wakker worden in de Walensee. We blijven de Seen-route volgen en fietsen langs de zuidkant van de Walensee. Het is een mooi alpenmeer, 15 km lang, omgeven door de 2000 meter boven het meer uitstijgende loodrechte wanden van de Churfirsten. Het is hier prachtig. De route is glooiend, wel is er bijna altijd een spoorlijn of drukke weg in de buurt. Een onverwacht kort klimmetje van 25%, dat wordt toch nog lopen. Sargans – en dan noordwaarts naar Liechtenstein.

We steken de Rijn over en dan zijn we er: het vorstendom Liechtenstein. Dit is het op twee na kleinste land van Europa (alleen Monaco en Vaticaanstad zijn kleiner) en één van de rijkste landen ter wereld. Het is 160 km2 en heeft ruim 30.000 inwoners. De vorst, prins Hans Adam von und zu Liechtenstein paste vorig jaar de grondwet aan, waardoor hij nu min of meer de absolute macht heeft. Een week na onze vakantie zal hij een deel van zijn taken overdragen aan zijn oudste zoon.

Maar je merkt er weinig van, alles lijkt ‘gewoon’ Zwitsers. Het is nog even flink klimmen om bij de camping in Triesen te komen. Het eerste wat ons opvalt: Nederlanders. Die hebben we tot op heden nog maar nauwelijks gezien. Het is een prachtige terrassencamping, met zicht op de Zwitserse bergen. Speeltuin, zwembadje, een zeer vriendelijke campingbaas. Wederom een uitstekende plek voor een rustdag.

Nationale feestdag: Bier und Bratwurst

1 augustus – rustdag in Triesen

Het is de 7e warme, wolkeloze dag op een rij. Eigenlijk te heet om iets te ondernemen. We blijven zo veel mogelijk in de schaduw en zoeken verkoeling in het zwembad. Bas en Ruud trotseren vanmiddag de warmte en maken een lange bergwandeling. Op de fiets is Bas geobsedeerd door zijn kilometerteller, tijdens het wandelen heeft de hoogtemeter een zelfde effect.

1 augustus is de Zwitserse nationale feestdag en die wordt ook hier gevierd. In 1291 werd op deze dag een verdrag getekend tussen de drie kantons Uri, Schwyz en Unterwalden (stichting van het Eedgenootschap). Zij vormen de kern van het huidige Zwitserland, dat in de loop van ruim vijfhonderd jaar is ontstaan. Overal zie je op deze dag Zwitserse vlaggen en er is vuurwerk. Vuur en vuurwerk moeten herinneren aan de verdrijving van de vreemde voogden in de 14e eeuw. Op de camping is het Bierfest, ook wij gaan aan het bier en de braadworst. Bas loopt vanavond mee met de lampionnenoptocht over de camping.

De Seen-route door het Rijndal

2 augustus – van Triesen naar Kriesern (45 km)

Via hoofdstad Vaduz fietsen we Liechtenstein door. Het is een doorgaande weg met vrij veel verkeer. Ten noorden van Vaduz steken we de Rijn over en zijn we weer in Zwitserland. We blijven de Seen-route volgen en rijden door het Rijndal. Dat betekent vrij vlak fietsen en wat akkerbouw. Na al die hoogtemeters is dit best even prettig, het landschap is echter wel wat minder interessant. Zeer rustige wegen.

In Oberriet brengen we een tijd in een leuke speeltuin door. Hier gaan we van de route af en volgen een mooi paadje langs een kanaaltje naar Kriesern. De camping in Kriesern is eigenlijk vol, maar we mogen op een ongezellig achteraf-plekje onze tent opzetten. De camping ligt om een soort meertje/natuurzwembad heen, de Sonnesee. Voor de kinderen is het hier geweldig; duikplank, trampoline in het water etc. Toch weer een prima plek dus!

Drukte bij de Bodensee

3 augustus – van Kriesern naar Bregenz, Oostenrijk (34 km)

Al voor dag en dauw liggen we in het water van de Sonnesee, heerlijk om zo wakker te kunnen worden. We fietsen, wederom met prachtig weer, naar de Bodensee. Marbach – Widnau – Heerbrug. Het is nog vlakker dan gisteren, we missen de bergen toch wel. 

Bij Fussnach fietsen we ongemerkt Oostenrijk is en volgen de Rijn. Het krioelt hier opeens van de fietsers. Dagjesfietsers, vakantiefietsers, wielrenners, men zoekt hier massaal de Rijn op. Hoe dichter we bij de Bodensee komen, hoe drukker het wordt. De Bodensee ligt op een hoogte van 400 meter en heeft een omtrek van 263 km., waarvan de Zwitserse oever 69 km. beslaat. Het is het op één na grootste meer van het Alpengebied; alleen het meer van Genève is iets groter. De Rijn loopt er van oost naar west doorheen.

In het Oostenrijkse Hard, waar we van plan zijn te overnachten, is het een gekkenhuis. Een bomvol strand en rijen ronkende auto’s; we worden er onrustig en geïrriteerd van. We kunnen de camping niet vinden, dus fietsen langer door de hectiek dan ons lief is. In Bregenz komen we uiteindelijk op een camping. Het is eigenlijk een groot weiland, zonder ook maar een beetje schaduw. Er staat schrikdraad om het speeltuintje, waar bovendien de brandnetels een meter hoog staan. Het is duidelijk geen topdag vandaag. Als de tent staat, fietsen we toch nog even naar het water. Het is inmiddels een stuk rustiger en we komen er weer helemaal tot rust.

Slapen in het stro

4 augustus – van Bregenz naar Frasnacht (41 km)

Wanneer mag je van een hittegolf spreken? Stiekem beginnen we te verlangen naar wolken en een regenbuitje. We volgen de Rijn-route. Eerst fietsen we weer door het drukke Hard, daarna gaan we wat van het water af en wordt de route rustiger. Maar de vele fietsers blijven. ‘Een rondje Bodensee’ schijnt mateloos populair te zijn en is voor vrijwel iedereen te fietsen. We hebben nog nooit zo veel fietsende gezinnen gezien als hier. Vaak met fietskar, maar dan volgestouwd met tassen en koffers.

Rond het middaguur fietsen we bij Gaissau de grens met Oostenrijk over. Het is nog vlakker dan gisteren, soms wanen we ons in de Nederlandse polder. Maar het is hier wel erg mooi. Bij Rorschach komen we weer bij de Bodensee. We houden het vandaag kort, het is toch alweer de derde fietsdag achter elkaar. In Frasnacht, net voorbij Arbon, willen we op een boerencampinkje overnachten. Omdat het veldje is verhuurd voor een kamp, besluiten we hier ‘in het stro’ te slapen. ‘Schlafen im Stroh’ is een begrip in Zwitserland.

Voor Bas en Daan is het hier geweldig. In het stro kun je niet alleen prima slapen, maar ook geweldig spelen. Ook de koeien in de stal hebben een grote aantrekkingskracht. In de boerderij is een gemeenschappelijke ruimte, waar je kunt zitten en een kookgelegenheid is. De benzinebrander en pannenset blijven dus in de fietstas. Het is een oase van rust, en dat op slechts 300 meter afstand van de Bodensee. In de stroschuur is plaats voor 16 mensen. Vannacht zijn we de enige gasten.

De krenten uit de pap

5 augustus – Frasnacht

Slapen in het stro heeft één nadeel: de muggen. Vooral Daan zit onder de bulten, hij ziet eruit alsof hij weer waterpokken heeft. Het ontbijt is inbegrepen bij dit soort ‘strohhotels’. Elisabeth, de vrouw des huizes, heeft er duidelijk plezier in om het de gasten naar hun zin te maken. Zelfgemaakte yoghurt met aardbeien, melk vers van de koe en eindelijk weer eens echt donker brood.

We fietsen naar Arbon voor de boodschappen. Vanmiddagsgaan we naar het ‘Strandbad’ vlakbij de boerderij. Je moet entree betalen, maar daar krijg je dan wel wat voor. Een mooi strand, speeltuin, een peuterbadje en allerlei speelattributen in het water. Hoewel de kinderen maar weinig nodig hebben om zich te vermaken, zijn dit toch de krenten uit de pap voor hen. We hebben een prima middag. 

Leuker fietsen in de heuvels

6 augustus – van Frasnacht naar Mammern (51 km)

Een bijkomend voordeel van ‘slapen in het stro’ is dat je ’s ochtends vlot kunt vertrekken. Het was een leuke ervaring, een echte aanrader met kinderen! We rijden vooral over rustige weggetjes. In dit gebied is veel fruitbouw. Als we bij Kreuzlingen de Bodensee verlaten, is het direct een stuk rustiger met fietsers. We volgen een tijdje de Duitse grens. De Bodensee gaat hier over in de Untersee en het wordt geleidelijk aan weer glooiend. Schrikt dat de fietsers af? Het landschap wordt daardoor interessanter, de uitzichten zijn mooier en we vinden heuvels gewoon ook leuker fietsen.

We fietsen vlot door en pauzeren pas na 25 kilometer voor de eerste keer, bij een grote speeltuin. Meestal is Daan veel eerder aan een pauze toe, maar hij vermaakt zich nu prima in de fietskar. Een klein stukje verder, in Berlingen, is een leuk strandje. Even zwemmen en spelen in het water dus, en we doen er de boodschappen. Het geplande eindpunt, de camping in Mammern, is er dan sneller dan verwacht. De tent kunnen we hier direct aan het water opzetten. Een leuke plek.

Zwemmen in de kraakheldere Rijn

7 augustus – van Mammern naar Flaach (50 km)

Terwijl wij de tent afbreken en de fietsen opladen, is Bas lekker aan het zwemmen en bewondert Daan de boten die aan de steiger liggen. We vervolgen de Rijn-route en fietsen vrijwel steeds over rustige weggetjes direct langs de rivier. Het middeleeuwse stadje Stein am Rhein is prachtig. Vooral de fantasierijke muurschilderingen zijn erg mooi. 

Ongemerkt fietsen we een stuk door Duitsland, dan weer Zwitserland, dan weer Duitsland en net voor Schaffhausen wordt het weer Zwitserland. Fruitbouw, wijnbouw en bos wisselen elkaar af. We zien weer veel rode wouwen, ze vliegen hier ontzettend laag over. Indrukwekkende vogels, prachtig. We hebben een lekker tempo, Daan vindt alles prima vandaag dus we kunnen even flink doorfietsen. Voordat we bij de ‘Rheinfall’ bij Schaffhausen zijn, hebben we nog een mooie maar venijnige klim. De Rijn is hier 150 meter breed en maakt een ‘val’ van ruim 20 meter. Erg toeristisch, maar zeker de moeite waard.

Het is al laat als we weer op de fiets stappen. We moeten nog een supermarkt vinden; morgen is alles gesloten. Die supermarkt komt er helaas niet meer. Onze camping in Flaach heeft gelukkig een winkeltje. Het is een grote camping met een zwembad en een mooi tentenveld direct aan de Rijn. Hier is de Rijn nog helder en er wordt volop in gezwommen. Bas en Daan zijn al snel vriendjes met de Zwitserse kinderen naast ons – ook fietsers. Het lijkt alsof ze nauwelijks in de gaten hebben dat ze elkaars taal niet spreken.

Patat met schnitzel

8 augustus – Rustdag in Flaach

Een echte rustdag met prachtig weer. Beetje luieren, zwemmen, lezen, spelen. Koken doen we niet; we eten patat met schnitzel op het terras van de camping.

Het spoor bijster

9 augustus – van Flaach naar Wildberg (50 km)

Een trage start. Eerst een technisch probleem met een van de fietsen. We kunnen het gelukkig verhelpen. En dan moeten we nog boodschappen doen. Want zonder Isostar en mueslirepen komen we hier niet ver. Het is een prachtige fietsdag. We hebben een klim naar Berg am Irchel en vervolgens een lange afdaling naar Teufen. Heerlijk, weer ruim 50 km/uur op de teller! Harder kan echt niet met de aanhangfiets, hij gaat dan ‘zwabberen’, erg gevaarlijk.

We verlaten de Rijn-route. Omhoog naar Freienstein – Dättlikon. Dan naar beneden maar Pfungen in het dal. We ervaren weer dat onze kaart (Kimberley + Frey, 1:301.000) niet gedetailleerd genoeg is. Zolang we een bewegwijzerde route volgen (zoals de Seen-route en de Rijn-route) is het geen probleem. Maar hier is het aardig puzzelen en zoeken. Aan de andere kant van het dal gaan we weer omhoog naar Neuburg.

In Töss raken we het spoor bijster. We willen hier de Mittelland-route op, maar de bordjes zijn erg verwarrend. Het kost ons uiteindelijk een uur. We volgen het riviertje de Töss door het bos, over een vrij vlak grindpad. We zitten een tijdje bij het water, waar we veel mooie libellen zien.

Het eindpunt voor vandaag is Wildberg. Zoals de naam al doet vermoeden, ligt Wildberg hoog. Vooral de laatste kilometer gaat steil omhoog. Het is een rustige camping, wat rommelig en verwaarloosd, met een fantastische boomhut. We hebben het tentenveld voor ons alleen.

Snelle afdaling en vals plat

10 augustus – van Wildberg naar Auslikon (25 km)

We hebben een korte fietsdag gepland, dus we doen het vanochtend rustig aan. Bas en Daan vermaken zich uitstekend met de boomhut en de kabelbaan. We starten met een lekker snelle afdaling. Al bij Turbenthal verlaten we de Mitteland-route en gaan in zuidelijke richting naar Saland. We volgen lange tijd het riviertje de Töss, dat grotendeels is opgedroogd. Vals plat. Bij Saland gaan we verder omhoog richting Hitnau.

Na Hitnau gaan we bergafwaarts naar Pfäffikon. In Pfäffikon doen we, opnieuw, een poging een litertje benzine te tanken voor onze brander. Dat klinkt simpeler dan het is. Bij veel tankstations hier heb je een speciaal pasje nodig en geldt een minimum van 10 liter.  Het wil wederom niet lukken. De laatste kilometers vandaag fietsen we door een prachtige omgeving met nat grasland. Onze camping in Auslikon ligt aan de mooie Pfäffikonnersee. Onze laatste camping; we blijven hier twee nachten.

Honderden vallende sterren

11 augustus – Bezoek aan dino-museum Aathal (15 km)

Bas verheugt zich er al weken op: vandaag gaan we naar het dinosaurusmuseum in Aathal/Seegräben. Zowel voor kinderen als volwassenen is het is een geweldig museum. Vooral de grote skeletten maken natuurlijk veel indruk. Ook Daan hobbelt aardig mee en vermaakt zich er prima. Een bezoek aan de museum-winkel levert Bas zijn eigen dig-a-dino set op. Een steen, waar hij zelf botjes (van plastic natuurlijk) uit kan hakken. Terug in Nederland is hij er dagen mee in de weer geweest.

Vanavond zijn we getuige van een spectaculair schouwspel: een echte sterrenregen. Honderden vallende sterren, super.

Het venijn zit in de staart

12 augustus – van Auslikon naar Zürich (31 km), met de trein naar Nederland

Het is onze laatste dag in Zwitserland; vanavond vertrekt in Zürich onze trein naar Nederland.Via Seegräben dalen we naar Uster. Het gaat onverwacht steil, we hebben weer ruim 50 km/uur op de teller staan. Bij Riedikon stoppen we bij een vogelkijkhut. Het is een mooi natuurgebied met veel water. We zien veel blauwe reigers, maar ook ooievaars, aalscholvers, ijsvogels, krakeenden, slobeenden, kieviten en watersnippen. We ontmoeten hier een andere vogelaar en mogen gebruik maken van zijn grote kijker met telelens. 

Aan het einde van de middag stappen we weer in de fiets. We hebben de afgelopen 3 weken geen druppel regen gehad, maar het trekt nu wel heel snel dicht. Via een glooiend stuk ‘naturstrasse’ naar Föllanden. En dan: het venijn zit ‘m de staart: een klim van 5 kilometer en minimaal 12%. Dat valt tegen! We komen boven, maar moeten zo nu en dan wel stoppen om op adem te komen.

Op het hoogste punt breekt een enorme regenbui los. Binnen een paar tellen zijn we doorweekt. Bas en Daan zijn door het dolle heen; ze staan te springen en te dansen in de plassen. We dalen af, Zürich in en komen rond 17.30 uur op het station aan. Véél te vroeg, maar we zijn hier in ieder geval droog. Buiten blijft het nog uren regenen en stormen. In een restaurantje komen we langzaam op temperatuur.

Zürich is het beginstation van onze trein. De trein staat ruim een half uur voor vertrek al te wachten. We kunnen dus op ons gemak instappen en ons installeren. Om 20.45 uur vertrekken we en laten een nat Zürich achter ons.

Regen en onweer

13 augustus – van Utrecht naar Hoogland (27 km)

Vrijdag de 13e. We komen, met 4 uur vertraging, om 13 uur aan in Utrecht. Het regent, onweert en stormt nog steeds. Je zou er bijna bijgelovig van worden.

Maar na 3 weken met prachtig weer, hebben we er ook wel lol om. Nog 2 uurtjes fietsen en we zijn weer thuis. Het was een zeer geslaagde vakantie! 

Gerelateerde Berichten