IJsland was een van de landen die al jaren op ons verlanglijstje stond. In de zomer van 2015 kwam het er dan eindelijk van. Een rondje IJsland, op de fiets, met het gezin. Vulkanen, gletsjers, geisers, geothermische velden, warmwaterbronnen, watervallen, lavavelden…. adembenemend mooi. Wat een land! We hebben het fietsen (vooral de ringweg) afgewisseld met wandelingen en flinke afstanden afgelegd met de bus.
Walvis op het menu
20 juli – van Schiphol naar Keflavik
Na een vlucht van 3 uur arriveren we aan het begin van de middag op Keflavik, het internationale vliegveld van IJsland. We worden met onze bagage en ingepakte fietsen opgehaald door iemand van guesthouse Alex, dat ligt 5 minuten rijden bij het vliegveld vandaan. Het guesthouse heeft een grote schuur waar we op ons gemak de fietsen rijklaar kunnen maken. Ook kunnen we hier ons verpakkingsmateriaal achterlaten, ideaal dus.
Keflavik ligt op het schiereiland Reykjanes, 50 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad Reykjavik. Dit rustige vissersstadje, met nog geen 9000 inwoners, is een van de grootste plaatsen van het land. We verkennen het stadje, fietsen naar de vuurtoren en snuiven de zilte zeelucht op. We eten in een restaurantje met prachtig uitzicht over de zee. Er staat hier ondermeer walvis op het menu; IJsland is een van de landen die actief op walvissen jaagt. Toch maar niet…
We hebben slechts een globaal plan voor de komende 3 weken. We weten dat de wind in IJsland allesbepalend is en ook regen kan een spelbreker zijn. Tijdens het eten maken een plan voor de eerste dagen. Morgen met de bus naar Reykjavik, en vanaf woensdag op de fiets naar Pingvellir, Geysir en Gullfoss. Daarna zien we wel weer verder.
De IJslandse meisjes
21 juli – van Kevlavik naar Reykjavik
Na het ontbijt fietsen we naar het vliegveld om de bus naar Reykjavik te nemen. Achteraf bezien hadden we beter gisteren al direct kunnen doorreizen naar de hoofdstad. Ook daar zijn accommodaties waar je verpakkingsmateriaal etc. kan achterlaten. Maar goed. De bussen rijden de hele dag door, wachttijd is er nauwelijks. We laden onze onze fietsen en tassen in het ruim van de bus en vertrekken direct, ook al zijn we vrijwel de enige passagiers. De rit duurt ongeveer 50 minuten en eindigt bij de busterminal in Reykjavik, net buiten het centrum. We nemen onze intrek in een hotelletje en hebben de rest van de dag om de stad te verkennen. Reykjavik is de meeste noordelijke hoofdstad van de wereld. Van de 300.000 inwoners die IJsland heeft, wonen er 200.000 in Reykjavik en omgeving.
We vinden Reykjavik direct een leuke stad. Klein, overzichtelijk, modern en gezellig. We bekijken o.a. de Lutherse kerk, het parlementsgebouw en het gemeentehuis met een enorme maquette van IJsland. En natuurlijk gaan we naar de Harpa – het prachtige concertgebouw aan de haven – en naar de Hallgrimskerk. Dit is waarschijnlijk het meest gefotografeerde gebouw van de stad. Vanuit de toren hebben we een geweldig uitzicht over de stad. We eten in een van de vele hippe restaurantjes. De jongens zijn gecharmeerd van de IJslandse meisjes.
Hard werken
22 juli – van Reykjavik naar Pingvellir (71 km)
Bakermat van de IJslandse democratie
23 juli – dagje Pingvellir (10 km)
Rook- en stoompluimen
24 juli – van Pingvellir naar Geysir (56 km)
Een van de mooiste watervallen
25 juli – dagje naar Gulfoss (20 km)

Snippen en goudplevieren
26 juli – van Geysir naar Brautarholt (52 km)
Het is al 10.30 uur als we op de fiets stappen. We rijden eerst een paar kilometer richting Gullfoss, dan nemen we weg 30 in zuidelijke richting. Eerst gravel, daarna weer asfalt. Het is een rustig, licht glooiende weg door een weidse en rotsige omgeving. Bij Brúarlöd (foto 1 hieronder) zijn mooie rotsformaties en stroomversnellingen in de Hvítá-rivier. We zien snippen en goudplevieren. Rond lunchtijd begint het te regenen. En wat een toeval: we rijden nét langs een restaurantje. We lunchen dus warm en droog met heerlijke goulashsoep. Met gratis refill. Als we weer op de fiets stappen, is de regen voorbij. Zo zien we het graag.
Toegang tot de hel
27 juli – van Brautarholt naar Hvolsvöll (48 km)
De Eyjafjallajökull
28 juli – van Hvolsvöllur naar Skógar (53 km)
Via de ringweg is het ruim 20 kilometer fietsen naar de Seljalandsfoss, een van de bekendste watervallen van IJsland. Wat een drukte! De waterval is 65 meter hoog en je kan er achterlangs lopen. Best leuk, maar waarom hier busladingen toeristen naartoe gaan? Slechts 5 minuten wandelen verderop ligt een waterval die veel mooier is: de Gljúfrafoss. En hier is bijna niemand… De Gljúfrafoss ligt half verscholen in een kloof, echt gaaf. En een mooie plek om te picknicken.
Een paar kilometer verderop parkeren we opnieuw de fietsen en wandelen door het veld naar de steile rotswand. Via een ketting kunnen we omhoog klimmen naar de Paradísarhellir (paradijsgrot), een kleine grot 6 meter boven de grond. In de 16e eeuw is de grot lange tijd door een vogelvrijverklaarde gebruikt als schuilplaats. Vanaf hier is de ringweg gelukkig weer een stuk rustiger. Rechts van ons is een lege vlakte die doorloopt tot aan de zee. Links ligt de indrukwekkende Eyjafjallajökull; de vulkaan die 5 jaar geleden nog uitbarstte. De aswolken legden het vliegverkeer in een groot deel van Europa stil. In een van de boerderijen die onder de as van de vulkaan lag, is een informatiecentrum ingericht. Boeiend. De Eyjafjallajökull ligt, zoals wel meer IJslandse vulkanen, onder een gletsjer. Door de uitbarsting smolt een deel van de gletsjer met enorme overstromingen tot gevolg. De lege vlakte die we vandaag rechts van ons hadden (en we de komende dagen ook steeds zullen houden) is een gevolg hiervan: een zogenoemde spoelzandvlakte.
De laatste 10 kilometer en we komen aan in Skógar. Beroemd vanwege de 60 meter hoge Skógafoss-waterval. De camping ligt direct onder de waterval, mooi, zeker als aan de het einde van de middag de dagjesmensen weg zijn. Prachtige regenbogen boven de waterval. En we lopen hier een oude bekende tegen het lijf: Frank van Zwol. Wat een toeval. Flink koud hier door de gletsjer.
Gestold lava met een laagje vulkaan-as
29 juli – wandelen bij Skógar (13 km)
De zon jaagt ons al vroeg de tent uit. Vandaag een dagje wandelen langs de vele watervallen. We gaan eerst via een trap omhoog tot boven de Skógafoss. We zijn direct in een andere wereld. Groene heuvels afgewisseld met gestolde lava, bedekt door een laagje vulkaanas. We volgen het riviertje stroomopwaarts. Prachtige watervallen, indrukwekkende kloven. En we zijn hier vrijwel de enige wandelaars; de meeste mensen blijven beneden bij de grote waterval. Het blijkt wel weer dat de mooiste en rustigste plekken van het land niet aan de doorgaande routes liggen. Pas aan het einde van de middag zijn we weer terug bij ons tentje. En we komen wederom een bekende tegen: een oud-collega, wat een toeval! We koken een lekker maaltje en genieten van een zonnige avond met uitzicht op de Skogarfoss. Het was een zeer geslaagde dag.
Steeds weer die tegenwind
30 juli – van Skógar naar Vik (36 km)
Papegaaiduikers (veel!)
31 juli – wandelen en vogels kijken bij Vik
Tja, wat kunnen we schrijven over vandaag? Bekijk vooral de foto’s! Wat een leuke beestjes, die papegaaiduikers. Honderden zitten hier op de rotsen. Je gaat gewoon ergens zitten met je camera, en ze zijn op slechts een paar meter afstand. Een verrekijker heb je hier niet nodig. En we spotten nog meer vogels, zoals de grote jager, noordse stern, stormmeeuw (met kuikens op het nest) en witte kwikstaart. Een topdag!
Over pseudokraters en magmakamers
1 augustus – van Vik naar Kirkjubaerklaustur (74 km)
De spoelzandvlakten
3 augustus – van Kirkjubaerklaustur naar Skaftafell
Hexagonale basaltkolommen
4 augustus – wandelen bij Skaftafell (10 km)
We maken vandaag een wandeling langs de gletsjer. We kiezen voor een route van bijna 10 kilometer langs de Sjonarnipa en de Svartifoss-waterval. De waterval is omgeven door kolommen van zwart basalt, vandaar zijn naam: zwarte waterval. De hexagonale basaltkolommen zijn ontstaan door langzaam afkoelende lava, daardoor kon het gesmolten gesteente kristalliseren. We zien zandstormen op de vlakten, gaaf. Het is guur weer, met een koude en straffe wind. Bij het bezoekerscentrum bekijken we de weersverwachting. Voor de komende dagen wordt storm vanuit het oosten verwacht. En wij willen juist verder reizen in oostelijke richting. We pakken de kaart erbij en maken een plan voor de komende dagen. Morgen nemen we in ieder geval de bus naar Höfn, en daarna waarschijnlijk door naar Myvatn, in het noorden. Vanwege het slechte weer zitten we de hele avond in de campingkantine.
Magisch mooi gletsjermeer
5 augustus – van Skaftafell via Jokulsarl naar Höfn (met de bus)
Met de verwachte storm valt het vooralsnog wel mee. Maar we handhaven ons plan: vanmiddag met de bus naar Höfn. De fietsen gaan in het ruim van de bus mee. Het is even passen en meten, als we de voorwielen eruit halen, lukt het. We hebben een zeer behulpzame chauffeur, dat is prettig. We rijden eerst in 45 minuten naar Jökulsárlón. Dit is het bekendste en grootste gletsjermeer in IJsland.Door het smelten van de gletsjers groeit het meer voorturend en is nu zo’n 23 km². De ronddrijvende ijsbergen en ijsformaties populair zijn prachtig. De bus stopt hier een uur, dus we hebben maar beperkt tijd, nét genoeg voor een boottocht. Het is gelukkig redelijk droog. Het is echt prachtig! Het zwarte ijs is uniek voor IJsland: het is ijs vermengd met vulkaanzand. We zien ook een aantal zeehonden.
Daarna snel weer terug naar de bus. Via de ringweg rijden we nog een uur naar het oosten, naar het visserstadje Höfn. Het ligt op een schiereiland in het fjord Hornafjödður en is een van de weinige dorpen in dit deel van het land. De bushalte is bij het pompstation en de camping ligt ernaast, ideaal. Het is een klein kampeerterrein, met een afdak waaronder we kunnen koken. Na het eten wandelen we een stuk langs het water, waarin kleine rotseilandjes liggen. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht over de gletsjer en de gletsjertongen. Op de camping treffen we andere Nederlandse fietsers, ook zij leggen stukken met de bus af. Fijn dat dat hier zo goed kan. Morgen gaan we met de bus naar het noorden.
Dansende muggen
6 augustus – van Höfn naar Reykjahlid/Myvatn (met de bus)
In de regen breken we de tent af. Om 7.30 uur vertrekt de bus naar Myvatn, een lange dag rijden. De fietsen gaan weer in het ruim. We rijden in noordoostelijke richting langs de fjorden. Best prettig om dit per bus te doen: veel hoogteverschil, harde wind en flinke regen. Wel mooi, de fjorden! Voorbij Breiddalsvik gaan we landinwaarts richting Egilsstadir. Hier stopt de bus 45 minuten en kunnen we even lunchen. Om 15.30 uur arriveren we in Reykjahlid, een (voor IJslandse begrippen) flinke plaats aan het meer van Myvatn. Fijn, ook hier liggen bushalte, pompstation, supermarkt en camping vlak bij elkaar.
De camping ligt prachtig aan de noordkant het 37 km2 grote meer. Myvatn betekent ‘muggenmeer’ en dat is niet voor niets…. Gelukkig prikken deze ‘dansmuggen’ niet, maar irritant zijn ze wel. De camping heeft een grote keuken/eet-tent, waar we mugvrij kunnen zitten en koken. We zijn van plan hier een paar dagen te blijven, het is een fantastisch gebied. Als de tent staat, lopen we het stadje even in. De jongens hebben ernstig behoefte aan internetten, dus we gaan koffie drinken in een restaurantje met WiFi. Een gezellig tentje. Het begint weer te regenen en de menulijst ziet er aantrekkelijk uit… We blijven dus een paar uurtjes.
Doordringende zwavellucht
7 augustus – fietstochtje omgeving Myvatn
Buitenaards gevoel
8 augustus – wandeling (18 km)
Walvissen spotten
9 augustus – walvissen kijken bij Húsavik
Het is mooi, erg mooi
10 augustus – fietstochtje en vogelmuseum Myvatn
De vuren van Myvatn
11 augustus – wandeling van Krafla naar Reykjahlid (22 km)
Dat ging nét (niet) goed
12 augustus – van Reykjahlid/Myvatn naar Reykjavik (met de bus)
Symbool van hoop
13 augustus – dagje Reykjavik en met de bus naar Keflavik
In de loop van de middag fietsen we naar het busstation en nemen de bus naar Keflavik. We hebben voor de laatste nacht weer een kamer bij guesthouse Alex gereserveerd. Hier ligt ook het verpakkingsmateriaal voor de fietsen. In de loods bij het guesthouse kunnen we op ons gemak, en uit de wind, de fietsen weer goed inpakken voor de terugreis. Daarna lopen we naar het vlakbij gelegen restaurant, dat een snackbar blijkt te zijn. Ons laatste IJslandse avondmaal bestaat dan ook uit patat met hamburger…
Het land van ijs en vuur
14 augustus – terugreis