Kusten en kastelen in Engeland en Schotland

door Ruud

Desolate natuurgebieden, imposante kastelen, kliffen, mooie zandstranden, steile klimmetjes, veel schapen en leuke rustige weggetjes. Dat waren de ingrediënten van drie weken fietsen door Noord-Engeland en het zuiden van Schotland in augustus 2007. Bas was tijdens deze vakantie 10 jaar, Daan 5. De eerste twee dagen vroegen we ons vertwijfeld af of onze plannen niet té ambitieus waren. Hellingen van 15% zijn best erg steil… Maar toen we geen tegenwind meer hadden, bleken we dit prima aan te kunnen. Wat een mooi – en rustig – gebied om te fietsen!

Onder de indruk

10 augustus – van Hoogland naar IJmuiden (5km + trein + 8 km)

De treinreis naar Driehuis gaat van een leien dakje. Vanaf station Driehuis fietsen we in een half uurtje naar de ferry-terminal in IJmuiden. Als een van de eersten kunnen we inchecken. En dan begint het lange wachten. Er blijkt flinke vertraging te zijn bij het inschepen. Na ongeveer 2,5 uur wachten kunnen we eindelijk aan boord en om 19.30 uur vertrekken we richting Newcastle.

Bas en Daan zijn onder de indruk van het enorme schip. Restaurants, café, winkel, bioscoop, je raakt er niet uitgekeken. We hebben een prima hut. Twee stapelbedden en een eigen douche en wc. Daan wil het liefst direct gaan slapen. Maar we gaan eerst nog even lekker eten in een van de restaurants.

Fietsen langs de muur van Hadrianus 

11 augustus – van Tynemouth naar Hexam (24 km + stuk met de trein)

We hebben een ‘kalme zee’ en dus een rustige reis. Rond het middaguur – met ruim 2 uur vertraging – komen we aan in Tynemouth, onder de rook van Newcastle. Oh ja, we moeten hier links fietsen, dat is even wennen. Al bij de boot staat het eerste bordje ‘Hadrian’s way 72’. Deze fietsroute – langs de muur van de Romeinse keizer Hadrianus – willen we vandaag en morgen volgen. De route leidt ons verkeersarm naar (en door) Newcastle. Auto’s krijgen hier geen kans; voor een fietser is het al lastig om door al die hekjes te komen. Twee keer moeten we zelfs de aanhangfiets afkoppelen. Newcastle is een mooie stad, met bijzondere architectuur en natuurlijk de zeven beroemde bruggen over de Tyne.

Daan is moe en kan het amper opbrengen om te fietsen. Als we langs het station in Newcastle komen, besluiten we dan ook om een stukje met de trein te gaan. Vanaf station Hexam fietsen we het laatste stuk naar de camping. Dat blijkt nog een stevig stuk fietsen te zijn, dat valt tegen, op zo’n eerste dag… De camping is vol, maar er wordt toch een plekje voor ons gemaakt. 

Heerlijke rustige landweggetjes

12 augustus – van Hexam naar Once Brewed (30 km)

We moeten behoorlijk wennen aan de heuvels. Ze zijn niet hoog, maar wel steil. Klimmetjes van 15% (en meer) zijn hier geen uitzondering. Maar het is vooral de harde tegenwind die het ons vandaag lastig maakt. We moeten geregeld van de fiets af om uit te puffen. Maar het is hier mooi fietsen. Kenmerkend zijn de vele muurtjes. Ze verdelen het landbouwgebied in een bijzondere lappendeken. En schapen, veel schapen. En heerlijk rustige landweggetjes.

Bij het kerkje van Warden ontmoeten we de Brits kampioen wielrennen van 1959. Hij vertelt ons dat hij vroeger ook wel eens in Nederland heeft gefietst, met beroemdheden zoals Eddy Merckx. Dankzij de krasse oude knar weten we waarom over sommige graven een soort kooi zit. Deze kooien moesten voorkomen dat artsen pas begraven lijken uit de graven stalen om ze te gebruiken als oefenmateriaal. In Once Brewed zien we dan eindelijk de Hadrian Wall liggen. Hier ligt een eenvoudige en rustige boerencamping. Prima plekje voor een rustdag.

Thee met scones

13 augustus – Once Brewed (6 km)

We gaan eerst naar het bezoekerscentrum. Hier is niet alleen lekkere koffie, maar ook veel informatie over de Hadrian Wall. De muur werd tussen 122 en 128 gebouwd door de Romeinse keizer Hadrianus. Het bouwwerk liep van Newcastle (oostkust) naar Carlisle aan de westkust en vormde de noordgrens van het Romeinse rijk. De muur was een belangrijk statussymbool, maar moest vooral invallen van de Picten vanuit het noorden voorkomen. Grote stukken van de muur en de vele forten zijn bewaard gebleven. Bas en Daan vinden het erg leuk om een stuk langs de muur te wandelen en klauteren.

In de middag fietsen we naar het Romeinse fort Vindolanda. Het is een enorm terrein met overblijfselen van een fort en een nederzetting. We kijken een tijdje bij de archeologen die er nog steeds dagelijks aan het werk zijn.  Naar goed Engels gebruik, drinken we thee en eten scones. Dit zijn zoete warme broodjes die je met jam en room eet. Die Engelsen weten wel wat lekker is.

Prachtig fietsen over modderige paadjes

14 augustus – van Once Brewed naar Bellingham (33 km)

De komende dagen fietsen we in noordelijke richting, via route 68, de Pennines-route. Nog een laatste blik op de in nevels gehulde Hadrian Wall en dan laten we de muur achter ons. De eerste klim is bijna 20% – dat betekent lopen. Maar verder valt het vandaag mee.  Ook Daan fietst enthousiast mee. De voorspelde hoosbuien en windstoten zijn er niet, alleen zo nu en dan wat miezerregen. We komen vandaag vrijwel niemand tegen in dit desolate gebied. Landerijen, heuvels, bos en schapen. Door het Wark Forest is het prachtig fietsen over onverharde en modderige paadjes.

Al om 14 uur zijn we op het campinkje in Bellingham. In het dorp doen we uitgebreid inkopen; we hebben al twee dagen geen supermarkt gezien, en de komende twee dagen verwachten we ook geen winkels. De rest van de middag brengen we – droog – door in gezellige pub. 

‘The teapots are bottomless’

15 augustus – van Bellingham naar Clenell (39 km)

Via mooie rustige weggetjes fietsen we naar Elsdon. Er zijn regelmatig klimmetjes van zo’n 10 tot 15%, maar we vinden het goed te doen. In ons boekje lezen we dat ‘the teapots are bottomless’ in het fietserscafé in Elsdon. ‘Dat kan helemaal niet’, weet Bas zeker. Maar het klopt. In dit ‘mini-museum’ krijgen we bijna twee liter thee per persoon. Natuurlijk eten we er lekkere scones bij.

In de miezerregen (‘showers’ noemen ze dat hier zo mooi) fietsen we weer verder, langs het Northumbria National Park en Harwood Forest. Een weids en glooiend landschap, met bos en heide. En schapen, veeroosters en hekken. Daan is onze hekkensluiter. Hij doet alle hekken open, laat ons er met veel show doorheen, doet het hek dicht en klimt er dan zelf overheen. Iedereen blij:-)

Riviertjes oversteken

16 augustus – van Clenell naar Wooler (43 km)

We ontbijten in de tent; het is koud en er staat een harde wind. De eerste kilometers zijn onverhard en nauwelijks fietsbaar, maar (daardoor?) wel erg leuk. Het is weer heel rustig fietsen vandaag, mooi, stil, langs de Cheviot Hills. We komen bij niemand tegen, behalve in de paar kleine dorpjes. Het lukt meestal nét om de fietsend de heuvels op te komen, het gaat eigenlijk heel goed.  

Een ‘ford’ is een doorwaadbare plaats. En daarvan hebben we er een aantal vandaag. Meestal met een klein bruggetje, maar bij Brandon moeten we toch echt door het water heen. Bas en Daan vinden dit echt een feestje. En gelukkig heeft Ortlieb waterdichte fietstassen uitgevonden. Ook na deze natte ervaring blijft de route uitdagend. ‘Rough track – you may need to walk’ staat op onze kaart. En dat klopt. Over modderige paadjes en dwars door manshoge struiken. Maar het is echt genieten, dit is leuk, eigenlijk veel leuker dan strakke asfaltweggetjes…

Op de camping in Wooler vinden we een prachtig rustig plekje met uitzicht over de Cheviot Hills. Er zijn een wasmachine en een droger; prima camping voor een rustdag.

Bonen, worstjes, eieren en bacon 

17 augustus – rustdag in Wooler

We slapen heerlijk uit en maken een Engels ontbijt met bonen, worstjes, eieren en bacon. We hebben een echt luierdagje. Er is een leuke speeltuin en op het enorme veld voor onze tent kunnen we vliegeren. Vanmiddag wandelen we het dorp in voor boodschappen en thee met scones in de plaatselijke lunchroom.

Weer veel wind vandaag. We begrijpen inmiddels waarom de Engelsen allemaal een windscherm naast hun tent hebben. Als de wind ’s avonds afneemt, zijn er opeens mitches, van die kleine mugjes. Gelukkig niet al te veel, maar genoeg om ons de tent in te jagen.

De Schotse Borders in

18 augustus – van Wooler naar Coldstream (Schotland) (49 km)

We ontbijten in de tent en pakken in de miezerregen onze spullen in. Vandaag fietsen we verder in noordelijke richting, op naar Schotland! Het landschap verandert. Het is minder steil en er zijn meer dorpjes. Al vanaf een afstand zien we de kasteelruïne van Etal liggen. We hebben zin in koffie, dus brengen een bezoek aan het 14e eeuwse kasteel. De ruïne zelf stelt niet zo veel meer voor, maar de expositie is leuk en informatief, zeker voor de jongens. De Engelsen en de Schotten hebben vroeger heel wat afgevochten in dit gebied, dat is ons wel duidelijk.

Na Etal moeten we de fietsen een eindje omhoog duwen over een steil en onverhard pad. Dan laten we Northumberland achter ons en fietsen de Schotse Borders in. Bas en Daan constateren trots dat dit al hun 12e land is. Ons einddoel vandaag is Coldsteam. Hier is geen camping, maar voor slechts 2 pound mogen we kamperen in het Hirsel Country Park, een groot landgoedpark net buiten het dorp. We krijgen een stil plekje achter de teamroom. Met dit natte weer maken we dankbaar gebruik van de grote overkapping. Vanavond wandelen we een stuk door het park, mooi hier. We zien reeën.

Mist, regen en tegenwind

19 augustus – van Coldstream naar Melrose (48 km)

Ook vandaag pakken we in de miezerregen onze spullen in. We ontbijten droog onder de overkapping, ‘ons huisje’, zoals Daan het noemt. Via een rustig landweggetje fietsen we naar Eccles. We kijken hier even bij de 18e St. Andrews church; het terrein rond de kerk schijnt een van de belangrijkste archeologische plaatsen van Schotland te zijn. Mooi, al die oude grafstenen.

Rond het middaguur zijn we bij Kelso. We fietsen niet door het stadje zelf, maar wel langs het beroemde Floors Castle, het grootste bewoonde huis van Schotland. We hebben genoeg van de kou en de miezerregen en gaan eerst naar de tearoom voor koffie en warme chocomelk. Ook de soep blijkt er heerlijk te zijn. Daarna op naar het kasteel. Helaas, dat staat ‘verstopt’ op het terrein, en je moet entree betalen om er überhaupt naar toe te mogen. We laten het maar even aan ons voorbij gaan.

Door een mistig en vochtig landschap fietsen we via Newtown St. Boswells naar Melrose. De heuvels worden weer wat serieuzer. Aan het eind komt daar een stevige tegenwind bij, dat is flink werken. De camping ligt midden in het mooie dorpje Melrose. We hebben een rustig plekje, er is een leuke speeltuin, de douches zijn perfect en het is de rest van de middag nog eens droog, helemaal goed.

Heiligen, draken en waterspuwers

20 augustus – Melrose (11 km)

Na een stevig Engels ontbijt wandelen we het dorp in. In Melrose staat een van de vijf beroemde abdijen van the Borders, vanaf de camping hebben we hem al zien liggen. De abdij is in 1136 door de cisterciënzer gesticht. De gevechten tussen de Engelsen en Schotten in de 14e, 15e en 16e eeuw hebben echter hun sporen nagelaten en wat nog rest is een ruïne. Maar wel een prachtige. Er zijn veel decoratieve details bewaard gebleven en afbeeldingen van heiligen, draken en waterspuwers. 

Vanmiddag fietsen we naar Abbotsford House, het toenmalige woonhuis van sir Walter Scott. Het is maar een paar kilometer bij de camping vandaan, maar het kost heel wat creativiteit om er te komen. Er loopt keurig een fietsstrook langs de doorgaande weg, maar op de rotonde vlakbij het kasteeltje gaat het mis. De fietsstrook stopt – zoals wel vaker hier – plotseling en we kunnen niet de juiste weg in fietsen. Via een mountainbike-pad en veel trappetjes komen we er uiteindelijk toch. Het is een mooi kasteeltje, dat ook van binnen prachtig is. Voor Bas en Daan is er een leuke puzzeltocht, waardoor ze worden gestimuleerd om alles goed te bekijken. Een toffe dag!

De eerste lekke band

21 augustus – van Melrose naar Duns (48 km)

Een lekke band en een leeg tubetje bandenplaklijm zorgen ervoor dat we pas laat vertrekken. We laten de kenmerkende Eildon Hills achter ons en fietsen in oostelijke richting. De eerste kilometers gaan langs een wat drukkere weg, maar daarna zijn het weer stille landweggetjes. We picknicken bij Hume Castle, een kasteelruïne die we al van ver af zien liggen. Het kasteel werd in de 13e eeuw gebouwd, maar overleefde de Schots-Engelse strijd niet volledig. Rond 1790 werd een deel van het bouwwerk gereconstrueerd.

Het is mistig, koud en guur. Bas heeft moeite met de tegenwind en heeft het wel een beetje gehad voor vandaag. De gedachten aan de bed & breakfast vanavond, met een bad, televisie en misschien wel patat, houden de moed er gelukkig in. Vlak voor Duns moeten we door een riviertje; toch nog natte schoenen. Bas en Daan, gewend aan kamperen, vinden het geweldig in de bed & breakfast. De TV gaat direct aan, en daar liggen ze dan met z’n tweetjes: op het grote bed, geobserdeerd door een suffe Engelse serie. 

Eindelijk weer zon

22 augustus – van Duns naar Coldingham (34 km)

Vandaag fietsen we door een glooiend landschap naar de Schotse oostkust. Bij Edrom moet een bijzonder kerkje staan en dat willen we graag bekijken. Het is even zoeken en heen en weer rijden, want het bordje wijst de verkeerde kant op. Vooral het oude begraafplaatsje vinden we weer erg interessant. Bij de White Adder-rivier zien we waterspreeuwen. Even verderop zien we een wezeltje slepen met zijn prooi.

Vanmiddag eindelijk weer zon! Het is maar een kort fietsdagje en al rond half drie fietsen we de camping in Coldingham op. Het is een grote camping, met weer heel veel stacaravans. Maar het tentenveld is prima en er is een leuk speeltuintje. En we kunnen de zee al zien liggen! En daar gaan we natuurlijk vanmiddag nog even naar roe. Er is hier een prachtige rotskust en een klein zandstrandje, waar Bas en Daan zich de rest van de middag heerlijk vermaken. We zien ondermeer jan-van-genten, wulpen, aalscholvers en eidereenden.

Prachtige rotskust

23 augustus – rustdag in Coldingham (6 km)

Vrijwel de hele dag zijn we in St. Abbs Head National Nature Reserve. Een prachtig stuk rotskust, waar je fantastisch kunt wandelen en vogels kijken. We zien ondermeer veel jan-van-genten, zilvermeeuwen, kleine mantelmeeuwen, noordse stormvogels, roodborsttapuiten, oeverpiepers, rotsduiven en stormmeeuwen. Jammer genoeg geen zeekoeten, alken en papegaaiduikers; zij zijn inmiddels op volle zee. Ook Bas en Daan genieten met volle teugen.

Onderweg terug naar de camping proberen we de nationale ‘delicatesse’ uit: fish and chips. Tja, wat kunnen we ervan zeggen? De scampi’s die we bestellen, hebben de stroomstoring van gisteren niet overleefd. We krijgen wat anders ervoor in de plaats, geen idee wat het is, er zit geen smaak aan. Wel vet, veel vet. De ravioli uit blik van gisteravond was zo gek nog niet.

Kilometers breed zandstrand

24 augustus – van Coldingham naar Goswick (41 km)

Via Ayton, Lamberton en Paxton fietsen we naar Berwick-upon-Tweed. We rijden over rustige landweggetjes door de heuvels. We zijn nu weer in Engeland en hebben mooi zicht op de Cheviot Hills. We picknicken aan zee, aan de noordkant van Berwick.

Berwick is een flinke plaats, daar worden we altijd een beetje onrustig van en willen er zo snel mogelijk doorheen. Pas als we de stad uitfietsen, zien we hoe mooi Berwick eigenlijk is. We volgen vanaf nu weer route 1, de Coast & Castle route. Het is prachtig fietsen, direct langs het water, deels onverhard. De camping in Goswick ligt aan een kilometers breed zandstrand, waar helemaal niemand is. Niemand, alleen wij. Waar vind je dat nog?

Fietsen door de woestijn

25 augustus – van Goswick naar Bamburgh (Engeland) (48 km)

Een vroeg vertrek, want we willen nog even naar naar Holy Island. Dit ‘getijde-eiland’ is alleen bij laag water bereikbaar, en vandaag is dat tot 11.30 uur. De weg naar Holy Island is een aparte gewaarwording, alsof je over een asfaltweg over het wad fietst. Of door een woestijn, vindt Bas. Holy Island, ook bekend als Lindisfarne, is de bakermat van het Engelse christendom. Het kasteeltje is gebouwd op een vulkanische heuvel van basalt en vanuit de verre omgeving zichtbaar. We kijken ook even bij het haventje en de Lindisfarne Abbey; een abdij-ruïne uit 1083. En dan weer snel van het eiland af; de volgende mogelijkheid is pas aan het einde van de middag.

Vanmiddag harde wind en ook nog frontaal tegen. Ploeteren dus. Bamburgh zien we al van verre liggen: ook hier staat een imposant kasteel op een heuvel. De camping lijkt wel een festivalterrein. Dat is wel wat anders dan al die andere mooie, rustige en ruime kampeerplekjes die we de afgelopen 2 weken hadden. Bas en Daan vinden dit helemaal geen probleem, er is een leuke speeltuin en veel kinderen om mee te spelen.

Vogels en zeehonden

26 augustus – rustdag in Bamburgh, boottocht Farne Islands (19 km)

We maken een prachtige boottocht naar de Farne Islands. Deze eilandengroep ligt een paar kilometer buiten de kust en is een van de mooiste vogelreservaten van het land. We zien niet alleen veel vogels, maar ook grijze zeehonden. Op het eilandje Inner Farne gaan we even van de boot af. Hier is een informatiecentrum en we kunnen er rondwandelen. Als we na 2,5 uur terug zijn in de haven, is het inmiddels gigantisch druk. Goed dat we al zo vroeg waren!

Bank holiday is voorbij

27 augustus – rustdag in Bamburgh (13 km)

Gisteravond laat hebben we besloten om hier nog een dag te blijven. We hebben nog een dag ‘over’ en we vinden het jammer om hier weg te gaan zonder dat we het beroemde Bamburgh Castle te zien. Het heeft de naam een van de mooiste kastelen van Engeland te zijn. En mooi is het zeker! Het kasteel ligt op een rots direct aan zee. Ten tijde van het koninkrijk van Northumbria stond het bekend als een onneembare vesting. Het doorstond in de twaalfde en dertiende eeuw dan ook heftige aanvallen. Voor Bas en Daan is er een uitgebreide puzzeltocht door de als museum ingerichte zalen en kamers.

De rest van de middag brengen we door op het strand. Wel met onze jassen aan, want het is best koud. Het overvolle tentenveld op de camping blijkt vandaag te zijn veranderd in een vrijwel lege en zeer rustige kampeerplek. Bank Holiday is voorbij, en dat bevalt ons prima!

Traditioneel gerookte haringen

28 augustus – van Bamburgh naar Alnwick (52 km)

Over lichtglooiende asfaltweggetjes rijden we via Seahouses en Embleton. Naast de 13de eeuwse Trinity Church staat hier de Embleton Tower. Dit is een pele tower: gebouwd om de predikant een schuilplaats te bieden tijdens de Schotse aanvallen. Na Embleton wordt de route afwisselender. Via een prachtig half verhard pad, met zicht op de Noordzee en de ruïne van Dunstanburgh Castle, komen we in Craster. De doordringende geur verraadt waar Craster zijn bekendheid aan te danken heeft: kippers. Onze lunch bestaat vandaag dus uit deze traditioneel gerookte haringen. Ze zijn best lekker, maar we worden kriegel van alle graatjes.

Vanmiddag een mooi onverhard paadje langs het water, met keien, zand, gras, hobbels en klimmetjes. Prachtig. Dit deel van de kust is niet voor niets uitgeroepen tot ‘Area of Outstanding Natural Beauty’. Ons einddoel vandaag is Alnwick. Op het terrein van de rugbyclub kunnen we kamperen. Leuk hoor, ’s avonds al die breedgeschouderde rugbyspelers pal voor onze tent.

Het kasteel van Harry Potter

29 augustus – bezoek Alnwick Castle (5 km)

Al weken kijken de jongens uit naar deze dag. We gaan naar Alnwick Castle, een van de kastelen waar Harry Potter-films zijn opgenomen. En dat spreekt natuurlijk tot de verbeelding. We betalen maar liefst 24 pound entree, Harry Potter is big business… Maar van alle kastelen die we deze vakantie hebben gezien, is dit kasteel wel de meest …, ja, wat eigenlijk? Indrukwekkend, toeristisch, ontzettend leuk voor de kinderen, avontuurlijk, afwisselend. Er zijn exposities, luxe ingerichte ‘state-rooms’ en een roofvogelshow. Bas is niet bij de vogels weg te slaan. De kinderen kunnen bij de ‘ridderschool’ opdrachten doen en worden vervolgens tot ridder geslagen. En ze kunnen griezelen bij de ‘dragon quest’. Een dagvullend en heel geslaagd programma!

Afgelopen met de pret

30 augustus – van Alnwick naar Whitley Bay (63 km)

Via de heuvels aan de zuidkant verlaten we Alnwick. In Warkworth pauzeren we even bij het mooie kasteel. We rijden we langs de zee, door een aantal natuurgebiedjes. Het is weer mooi fietsen hier. Tot Lynemouth, daarna is het afgelopen met de pret. De rest van de dag fietsen we langs drukke wegen, industrie en verpauperde woonwijken met veel glas op de wegen. Het laatste stuk naar Whitley Bay is gelukkig weer heel aardig; zee en duinen. Vlak voor de kust ligt St. Mary’s Lighthouse; een vuurtoren op een eilandje. Mooi.
Er is hier geen camping, we overnachten in een bed & breakfast aan de boulevard van het toeristische Whitley Bay.

Tropische vissen en naar de ferry

31 augustus – van Whitley Bay naar Tynemouth (11 km)

Onze laatste dag in Engeland. Pas vanavond vertrekt onze boot, dus we hebben de hele dag nog om dingen te ondernemen. Er is hier van alles te doen, we kiezen uiteindelijk voor Blue Reef, het zee-aquarium. Het is zeker de moeite waard. Het is niet heel groot, maar er is genoeg te zien aan tropische vissen, zeepaardjes, krabben, kreeften en bijzondere kikkertjes.

Halverwege de middag fietsen de laatste kilometers naar de ferry terminal. We zijn hier ruimschoots op tijd. Het inschepen gaat deze keer wel spoedig, en we varen stipt op tijd de haven uit. Het is weer goed vertoeven op het schip: lekker eten en een prima hut.

Ons laatste Engelse ontbijt

1 september – terugreis (13 km)

Aan boord eten we ons laatste Engelse ontbijt. Het enige dat ons dan nog rest is de treinreis terug naar huis. Die loopt niet helemaal soepeltjes (perronwijzigingen, uitval van treinen), maar uiteindelijk zijn we halverwege de middag dan toch weer in Hoogland. We kunnen met een heel goed gevoel terugkijken op deze vakantie!

Gerelateerde Berichten