Huttentocht in de Stubaier Alpen

door Sandra

Na een flink aantal fietsvakanties, wilden we graag weer eens de bergen in. Met rugzak en bergschoenen, wandelen van berghut naar berghut. En dat deden we in de zomer van 2009. In de Stubaier Alpen in Oostenrijk maakten we met Bas (12) en Daan (7) een aantal dagtochten en een huttentocht van negen dagen. Hoogtepunt voor de kinderen: spelen in de sneeuw!

Sneeuw in de Alpen

20 juli – vertrek
Om 21 uur installeren we ons in Utrecht in de City Night Line naar München. Geen fietsen zoals de andere vakanties, wat gaat het instappen snel! Er zijn nog meer dingen anders. Geen fietstassen maar rugzakken. Geen strakke fiets- maar wandelbroeken. Geen fiets- maar bergschoenen. Omdat we vóór en ná de huttentocht nog een paar dagen gaan kamperen, hebben we twee grote Ortlieb-tassen mee met de tent, kookspullen, slaapzakken en matjes.

We hebben een vierpersoons-couchette. Bas en Daan duiken direct met de Nintendo op een van bedden. Wij buigen ons alvast over de kaart van Oostenrijk. Leuk om weer eens te gaan wandelen in de Alpen. Hopelijk denken de jongens er ook zo over; een wandelvakantie is toch wel anders dan de zo vertrouwde fietsvakanties. Vanmiddag hebben we nog even op de webcam van een van de hutten gekeken. Er ligt flink wat sneeuw, dat belooft nog wat!

Uitzicht op de Sulzenau-gletsjer

21 juli – aankomst Volderau (1128m) en bezoekje aan Neustift (993m)

We slapen behoorlijk goed. Om 7.10 komen we aan in München, stipt op tijd. De trein naar Innsbruck staat al klaar en vertrekt twintig minuten later. Om 9.20 komen we aan, en kunnen direct de bus in die naar het Stubai-dal gaat. Het gaat lekker vlot zo! Een uur later zijn we in Volderau, waar de bushalte direct tegenover de camping is. Het is een mooie en rustige camping, aan een wild stromende bergbeek. We hebben prachtig uitzicht op de bergen en op de Sulzenau-gletsjer.

In Volderau zijn geen winkels, dus vanmiddag gaan we met de bus naar Neustift, acht kilometer verderop. Het is een mooi plaatsje, met veel van de typisch Oostenrijkse huizen met donker hout en bloembakken met bloeiende bloemen. Die huizen blijken trouwens meestal Hotel, Gasthaus, Zimmer of Ferienwohnung te zijn; het toerisme is in dit wandel- en skigebied goed ontwikkeld. We gaan op zoek naar een paar geocaches en eten onze eerste apfelstrudel van deze vakantie. Er zullen nog heel wat gaan volgen.

De eerste kaiserschmarren

22 juli – dagwandeling Sulzenau Alm (1857m) en Grawawaterval

Vandaag onze eerste wandeling, we beginnen rustig aan. Met de bus gaan we een stukje verder het dal in, bijna tot het einde. Vanaf hier wandelen we door het bos omhoog. Een beetje mystieke sfeer hier, mooi. Het is een goed begaanbaar wandelpad met zo nu en dan wat klauterwerk. Het is erg warm, bijna 30°, we zijn blij met de schaduw. Veel vlinders hier, en bloemen de we in Nederland niet (veel) zien.

Daan moppert dat hij geen wandelstokken heeft. Maar dat is een bewuste keuze. Kinderen kunnen het beste zonder stokken leren bergwandelen, ze moeten op hun eigen evenwicht en kracht leren vertrouwen. Die stokken komen later wel. Ook leren de kinderen vandaag dat je zo veel mogelijk aan de ‘bergkant’ moet lopen, de ‘veilige kant’. En dat gaat prima.

Bij de Alm eten we noedelsoep en maken de jongens kennis met een andere lokale specialiteit: kaiserschmarren. Een soort dikke pannenkoek, in stukjes gesneden, met poedersuiker en appelmoes. Lekker hoor. We dalen af langs de Grawawaterval, erg mooi. Onderaan picknicken we in het zonnetje en spelen Bas en Daan heerlijk bij het water. Een prima eerste wandeldag!

Pingelen op de hutten-gitaar

23 juli – van Neustift (993m) naar Starkenburgerhut (2229m)

Bas en Daan willen nu éindelijk wel eens naar een berghut, het duurt ze véél te lang voordat we met onze lange huttentocht gaan beginnen. “We zijn hier nu al twee dagen!” We besluiten daarom om vandaag al de rugzakken te pakken voor een tweedaagse tocht naar de Starkenburgerhut. We laten de tent op de camping en nemen de bus naar Neustift.

Vanaf Neustift wandelen we omhoog, we hebben ruim 1200 hoogtemeters voor de boeg. Er zijn twee routes naar de hut, beide ongeveer drie/drieënhalf uur. Door een onduidelijke wegwijzer komen we op de ‘verkeerde’ route uit: een heel breed wandelpad. Minder steil, dat wel, maar ook minder leuk dan het smalle kronkelende pad. Het is een flinke klim voor Daan, mede door de warmte. Bij watervalletjes maken de jongens hun buffs – die ze op hun hoofd hebben – nat, dat voelt lekker fris.

Het eerste deel gaat vooral door bos. Weer veel vlinders, waar Daan sinds kort veel interesse in heeft. We doen veel langer over de route dan staat aangegeven. Het laatste uur doen we wel ‘volgens het boekje’. Dit is een leuk smal en steil paadje, met zicht op de hut. Daan gaat nu plots als een speer, dit vindt hij weer helemaal leuk. Hij loopt zelfs een tijd met de rugzak van Bas. Bas vindt het allemaal ‘een eitje’.

De Starkenburgerhut is met zestig slaapplaatsen redelijk klein, en het is er rustig. De jongens vinden het fantastisch om in een hut te zijn: de stapelbedden, de kast met spelletjes, de enorme glazen limonade (‘Schiwasser’). De rest van de middag doen we vooral veel spelletjes Uno en pingelt Ruud een beetje op de hutten-gitaar. Slapen in een hut betekent vroeg naar bed; om 22 uur moet het stil zijn. Maar dat kost ons na een dag wandelen geen enkele moeite.

‘Vreselijk stoer’

24 juli – dagtochtje naar Hoher Burgstall (2611 m) 

Als we voorstellen om hier een dag te blijven, zijn Bas en Daan direct enthousiast. Vanaf de hut zien we een kruis staan; deze staat op de Hoher Burgstall. Dat lijkt ons een mooi tochtje voor vandaag. Het is soms zonnig, maar er zijn ook veel flarden mist en wolken. Zo nu en dan hebben we een mooi uitzicht, op andere momenten hebben we amper twintig meter zicht.

Via een smal en rotsig paadje gaan we omhoog. Bovenaan wordt het wat lastiger en er zijn staalkabels. Daan wil nu graag de klimgordel aan. Eigenlijk is het niet nodig, maar hij heeft thuis al wat geoefend met gordel en touw en vindt het ”vreselijk stoer”. Vooruit dan maar. We kunnen hem hier meestal zekeren aan de staalkabel. Anderhalf uur doen we over de klim.

We lopen hierna naar een ander, lager, ‘topje’. Deze heeft geen naam (“dan verzinnen we zelf wel wat, doe maar de Hoher Baartmans”) en ook geen kruis (“nou ja zeg, lopen we daarom naar boven!?”). Maar het is een prima picknickplekje. Aan het begin van de middag zijn we weer terug bij de hut. De rest van de middag doen we weer veel spelletjes en lezen we. Vanavond regen en onweer.

Stempel van hutten verzamelen

25 juli – van Starkenburgerhut (2229 m) naar Neustift (993 m)

Als we vertrekken, geeft de thermometer slechts 5° aan. Het eerste deel is dezelfde route als eergisteren. Daarna gaan we nu niet over het brede pad, maar over een leuk smal paadje. We zijn al snel weer onder de boomgrens en de temperatuur loopt op. We zien ondermeer alpenkraaien, alpenkauwen, een nest zwarte roodstaarten, zwarte mezen en waterspreeuwen. Het is een leuke wandeling, en ook de jongens hebben het prima naar hun zin.

Ongeveer drie uur later zijn we in Neustift. Hier regelen we de laatste dingen voor onze huttentocht. Een nieuwe zonnebril voor Ruud (is vanochtend gebroken), veel geld pinnen (vrijwel alle hutten moeten we contant betalen) en een flinke hoeveelheid mueslirepen voor onderweg. Ook regelen we de ‘bergentaxi’ die ons morgenochtend naar Oberiss gaat brengen. Bij de VVV halen we stempelkaarten voor de kinderen. Stempels van hutten en almen leveren punten op, en daarmee kunnen ze een medaille verdienen. En dat zien ze helemaal zitten.

Door rotsachtig terrein

26 juli – van Oberiss (1747m) naar Franz Sennhut (2147 m)

We pakken de rugzakken in. De tent en de andere kampeerspullen pakken we ook in; deze blijven achter in de Trockenraum van de camping. Met de ”bergentaxi” gaan we naar de Oberiss-alm, op ruim 1700 meter. Dit scheelt ons minimaal twee uren lopen over een asfaltweg.

Na een groot stuk staart zijn we er helemaal klaar voor. Op naar de hut! Ook Daan heeft nu een eigen rugzakje met spullen. De route loopt door rotsachtig terrein. Tot circa 2000 meter zijn er nog bomen, daarna alleen nog wat lage struiken en planten.

De route is goed te doen, en na ongeveer twee uur lopen komen we aan bij de hut. De Franz Senn is een grote hut, met ruim 200 slaapplaatsen. Ook veel groepen hier; klimcursussen, klettersteiggroepjes, groepswandelreizen. En op het terras ook veel dagjesmensen, wat een drukte. De rest van de middag zitten we lekker in het zonnetje bij de hut. We slapen vannacht in het ”lager”, met zo”n vijftig anderen. Gelukkig geen snurkers.

Sneeuwballen gooien in korte broek 

27 juli – van Franz Sennhut (2149m) naar Regensburgerhut (2287m)

Na ons ontbijtje gaan we bijtijds op pad. De eerste 45 minuten lopen we over een vrij vlak paadje. Daarna stijgt het langzaam  Het gaat lekker, en is goed te doen. We picknicken heerlijk in het zonnetje. Wat nu nog rest, is een flinke ”bult” keien waar we overheen moeten. Er lijkt geen einde aan te komen! Voor ons en Bas is het goed te doen, maar voor Daan is het een enorme klim. Het laatste stuk nemen wij zijn rugzak even over, dat scheelt. Maar hij doet het hartstikke goed.

Op het hoogste punt (Schrimmennieder, 2714 m) wacht een beloning: een flink pak sneeuw. En dan is de vermoeidheid snel weer verdwenen. Het is natuurlijk ook fantastisch om midden in de zomer, in je korte broek, sneeuwballen te kunnen gooien. We hebben er ongeveer vijf uur over gedaan om hier te komen (2,5 uur ‘volgens het boekje’).

Voor de afdeling staat anderhalf uur, en die doen we ook in die tijd. Er is dus geen peil op te trekken met die tijdsindicaties. Het is behoorlijk steil, met veel losse stenen, we moeten Daan geregeld goed vasthouden. De Neue Regensburgerhut is erg prettig. Veel kleiner dan de Franz Senn, veel gemoedelijker ook. En de Hüttenwirtin vindt de kinderen helemaal leuk, en verwent ze met snoep en aandacht. In het meertje naast de hut ligt een bootje. De rest van de middag brengen we door bij, in en op het water.

Mysterieuze mistflarden

28 juli – dagtochtje naar Falbesonersee (2575 m)

Het is koud, mistig, nat en drassig. Het heeft vannacht behoorlijk geregend. We gaan nog niet naar de volgende hut, maar maken een dagtocht. Daan is nog moe van de tocht van gisteren, dus we kiezen voor een rustige wandeling naar de Falbesonersee.

Westelijk van de hut strekt zich Hohe Moos uit, een gletscherdalmoeras dat wordt gevoed door Hochmoosgletscher. Hier wandelen we langs, voordat we omhoog gaan voor een klim van ongeveer 300 meter. De mistflarden zorgen voor een heel aparte sfeer, mooi hoor. Het bergmeer is prachtig! Knalblauw, ingesloten door rotsen en sneeuwvelden. En koud! De mutsen gaan op en de handschoenen aan, brr.

Via dezelfde route lopen we terug naar de hut. De rest van de middag brengen we door met warme chocomelk, Kaiserschmarren, boeken en spelletjes.

Via het dal

29 juli – van Neue Regensburgerhut (2287 m) naar Dresdnerhut

Door gesprekken met wandelaars die de route in omgekeerde volgorde lopen, weten we het nu zeker: we gaan via het dal naar de Dresdnerhut. De afstand naar de Dresdnerhut is sowieso al flink (6 uur), maar het venijn zit ‘m in de sneeuw die er momenteel ligt, en dan met name op een steil stuk. Dat lijkt ons niet verstandig. We besluiten dus af te dalen naar het dal, daar de bus te nemen, en dan met de kabelbaan omhoog te gaan naar de hut.

Om 8 uur vertrekken we – met een strakblauwe lucht – richting Falbeson. Het is een eenvoudige route naar het dal, heel goed te doen dus. Halverwege drinken we bij de Falbesoner Ochsenalm een ‘Schiwasser’. Daan scharrelt even binnen rond en komt weer naar buiten met mens-erger-je-niet. Ach, we hebben toch alle tijd nu we via het dal gaan, dus vooruit dan maar. En het moet gezegd: het wordt een bloedstollend spannend potje!

Het laatste deel gaat door het bos, en lijkt wel op de route van en naar de Starkenburgerhut. Bas is in zijn nopjes, want hier zijn aanmerkelijk meer vogels dan boven de boomgrens. We zien ondermeer notenkrakers, die hebben we nog niet eerder gezien. Beneden picknicken we uitgebreid op een rustig en zonnig grasveldje. Ruud gaat nog even op zoek naar een geocache (ja, het is verslavend!).

Met de bus gaan we naar het einde van het dal: Mutterbergalm. Door de kabelbaan die hier vertrekt, is het een behoorlijk toeristische plek. Ook wij nemen de kabelbaan naar boven, en zijn in minder dan tien minuten weer op bijna 2300 meter. Het is hier overduidelijk een ski-gebied: kale hellingen met veel kabelbanen. In de winter vast fantastisch, maar nu niet echt aantrekkelijk.

De Dresdnerhut ligt direct aan de kabelbaan, en het is er dan ook een drukte van belang met dagjesmensen. We hebben een prachtige kamer; het lijkt hier meer op een hotel dan een berghut. De speeltuin, trampoline, ligstoelen en de zon zorgen voor nog een paar relaxte uurtjes.

Spannende stukjes met staalkabel

30 juli – van Dresdnerhut naar Sulzenauhut (2191 m)

Al vroeg staan we buiten. Een strakblauwe lucht, maar voor vanmiddag is slecht weer voorspeld. We willen dus bijtijds bij de volgende hut zijn. Een flinke ‘bult stenen’ ligt op ons te wachten. We kiezen voor de route over het Peiljoch. Voor Daan zitten er een paar spannende stukjes tussen, soms met staalkabel. Onderweg een paar sneeuwveldjes. De klim is lastiger dan die vanaf de Franz Senn, maar het gaat wel vlotter – we doen niet onder van een aantal anderen op dezelfde route. Op het Peiljoch staan honderden steenmannetjes, en natuurlijk bouwen wij er eentje bij.

De afdaling is best lastig, het is behoorlijk steil met veel losse stenen. We kunnen niet voorkomen dat Daan een aantal keren uitglijdt. Niets ernstigs gelukkig. Het is hier echt prachtig! We kiezen de route die langs de onderkant van de gletsjer loopt. Schitterend. Bas is erg geïnteresseerd in het ontstaan van de gletschers; je kunt hier ook goed zien waar de gletscher vroeger lag, boeiend.

We maken een ommetje via Blauwe Lache, daar ligt weer een geocache. Het is een mooi meertje, met weer veel steenmannetjes en gebedsvlaggetjes. Vanaf hier is het nog een kwartiertje naar de hut. Volgens een bordje is dit laatste stuk een zwarte (dus moeilijke) route, maar het is niet zwaarder of lastiger dan het eerste deel.

Aan het begin van de middag arriveren we bij de Sulzenauhut. Lekkere soep en Kaiserschmarren, en we kunnen nog een paar uurtjes buiten zitten voordat het noodweer losbarst. De jongens vermaken zich opperbest met het evenwichtskoord. Behoorlijk veel kinderen hier: zeker zes andere gezinnen, vooral Nederlanders. We delen onze kamer met een Nederlands en Duits gezin.

Over de graat van een morene-rug

31 juli – wandeling naar Hundsheim (vanuit de hut)

Dichte mist. Dilemma. In de hut blijven of gewoon een dagtocht maken? Wanneer klaart het op? Toch maar op tijd de wandelschoenen aan en op pad; ook met mist is het hier prachtig wandelen! We willen naar Hundsheim, een uitzichtspunt op 2822m, onderweg naar de Aperer Freiger (ruim 3200). Die laatste lijkt ons wat te ambitieus; daar staat 3,5 uur (enkele reis) voor, waarvan deels zwart. Het is een prachtige tocht, met 600 hoogtemeters. Eerst richting Blauwe Lache en dan over de graat van een morene-rug. Stoer, vinden de jongens.

Daarna is het vooral klauteren. Halverwege krijgt Daan weer zijn klimgordel aan, dat voelt toch wat veiliger. Er zitten best wat lastige stukjes bij, langs een steile afgrond. Bas is een klimgeit, hij geklauter kost hem geen enkele moeite. Hij wil volgend jaar wel een gletsjertocht maken. Hm. Als moeder houd ik zo nu en dan mijn hart toch wel vast; Ruud heeft daar overigens helemaal geen last van.

Hoe hoger we komen, hoe kouder het wordt. Harde wind ook. De mutsen en handschoenen zijn geen overbodige luxe. In 2,15 uur zijn we bij Hundsheim, een soort plateau met een grote steenman waarop een Gipfelkreuz is geschilderd. We blijven er niet te lang: veel te koud! Snel terug naar beneden. We kiezen voor dezelfde route in plaats van de ‘rondwandeling’. Die gaat namelijk aan het einde over een groot sneeuwveld, waarvan niet zeker is of die begaanbaar is.

Terug bij de hut is het een stuk minder koud en hebben we zelfs wat zon. De jongens vermaken zich vanmiddag op een sneeuwveldje; we kunnen ze vanaf het terras met de verrekijker in de gaten houden. Big brother is watching you. Vanavond is het een stuk rustiger in de hut. Gezellige gesprekken met andere wandelaars.

Glijden op het sneeuwveld

1 augustus – van Sulzenauhut (2191m) naar Nürnbergerhut (2280m)

Het is prachtig weer, het belooft een mooie dag te worden. Het eerste deel van de route gaat omhoog-omlaag-omhoog-omlaag, best pittig. Na zo”n anderhalf uur komen we aan bij Grünausee, op 2330 meter. Mooi hier. De jongens doen direct hun schoenen uit om pootje te baden. Heerlijk. We doen rustig aan, we hebben de tijd.

We kunnen vandaag via de Maierspitz en de Niederl lopen. We kiezen voor de laatste; iets minder hoog én er ligt een geocache. Een erg mooie route, prachtig zicht op de gletsjers. Flink klimmen, veel stenen. Het laatste stuk naar de top hijzen we Daan weer in de klimgordel. Op de Niederl staat een kruis – en de geocache is ook snel gevonden. Schitterend uitzicht, en we zien zowel de Sulzenauhut als de Nürnbergerhut liggen.

Rond 14 uur komen we aan bij de hut. We krijgen slaapplekken in het lager. Direct achter de hut ligt een mooi sneeuwveld, waar je echt vanaf kunt glijden. Succes gegarandeerd. We komen erachter dat de route die we vandaag via de Niederl hebben gelopen de ‘zware’ route was, de andere was eenvoudiger geweest. Ach, het is prima gegaan!

Geen tijd voor een dagtocht

2 augustus – rustdag bij Nürnbergerhut

Vandaag een rustdag bij de hut. We maken geen dagtocht – daar hebben Bas en Daan namelijk geen tijd voor. Ze willen sneeuw glijden. Niet één keer, maar honderd keer. En dan nog een paar keer extra. Met een plastic tas als slee. Genieten dus. En als ze dan uiteindelijk toch genoeg hebben van de sneeuw, dan is het een prachtig ‘speelhonk’, met pingpongtafel en een klimwandje.

Bergmarmotten en alpensalamanders

3 augustus – van Nürnbergerhut (2191m) naar Volderau (1370m)

We wilden eigenlijk nog een extra etappe lopen, naar de Bremerhut. Het weer is echter slecht geworden, en dat blijft de komende dagen waarschijnlijk ook zo. We pakken daarom de rugzakken in, doen de regenpakken aan en zetten koers richting dal, volgens de wegwijzer een wandeling van 2,5 uur. Via een smal paadje lopen we richting de Bsuch Alm, op 1600 meter. Een goed begaanbaar paadje, maar wel glibberig nu. Bij de alm drinken we koffie en eten een ijsje. De regenpakken kunnen nu de rugzakken in.

We zien een paar bergmarmotten, alpensalamanders en ook weer vogels, zoals de zwarte roodstaarten. Vanaf de Alm volgen we een breed wandelpad verder naar beneden. Rond het middaguur staan we bij de bushalte in het dal. De bus brengt ons in tien minuten naar de camping in Volderau. Het blijft een raar contrast: zo zit je hoog in de bergen, en zo zit je weer in de bewoonde wereld. Onze spullen liggen nog keurig in het Trockenraum. De tent is snel weer opgezet. Daarna nog even Neustift in. Boodschappen doen. Mooie kerk bekijken. Apfelstrudel eten.

Het blijft nat vandaag. We koken in de regen. De plassen op de camping worden steeds groter, en ook in de tent houden we het niet droog. De tent verplaatsen naar een hoger deel? We hopen er maar het beste van. Bovendien blijkt Daan al tijdens het lezen in slaap te zijn gevallen.

Ze gaan voor zilver

4 augustus – dagwandeling vanaf Kreuzjoch

Pas vroeg in de ochtend stopt het met regenen. Het blijft vandaag droog, maar er is wel dichte mist. Gelukkig willen de jongens heel graag weer een dag wandelen. Zo’n stempelkaart doet toch wonderen! De bronzen medaille is al binnen, maar ze gaan voor zilver. Een strak plan. We pakken de bus naar Fulpmes, en nemen vanaf daar de kabelbaan naar Kreuzjoch.

We laten ons de Apfelstudel goed smaken en gaan op pad naar de Knappenhütte. Dan door naar de Galtalm, waar we worden verwelkomd met Tiroler muziek. Ook de Bruggeralm levert een punt op de stempelkaart op, evenals Gasthof Vergör. Een goede opbrengst vandaag, aldus de jongens. Het is een makkelijk begaanbare route, bergafwaarts, en we hebben het tempo er goed in. We lopen vandaag zelfs bijna twee keer zo snel als op de wegwijzers staat, er is geen peil op op te trekken.

Terug in het dal, nemen we de bus weer terug naar Neustift en vervolgens naar de camping in Volderau. Hoewel het prima gaat met de bus hier, blijkt dat we in Volderau toch wat onhandig zitten. Een deel van de bussen gaat maar tot Neustift, waar je soms een uur (of veel langer) moet wachten op de bus naar Volderau. Tip voor OV-reizigers: overweeg de camping in Neustift, die ook nog eens naast de supermarkt ligt (maar wel een stuk minder mooi is dan de camping in Volderau). In afwachting van de bus, eten we vanavond pizza in Neustift. Zo kan het natuurlijk ook.

Smalle kruip-door-sluip-door-paadjes

5 augustus – wandeling rondom Elferhut en bezoek roofvogelpark Telfes

Al bijtijds zitten we in de bus naar Neustift. Vanaf hier is het een klein stukje wandelen naar de gondellift Elferbahn. Als we boven aankomen, blijkt dit ondermeer een startplek te zijn voor parapenters. Geweldig om te zien.

Pfoe, wat een mensen hier, het is echte file-wandelen naar de Elferhütte. Ook bij de hut zelf krioelt het van de mensen, dus we lopen maar direct door naar de Autenalm. Nu wordt het leuker en veel rustiger wandelen, over smalle kruip-door-sluip-door-paadjes. Ook nu ligt ons tempo weer veel hoger dan op de bordjes staat. Blijkbaar worden de wegwijzer-tijden aangepast aan het gemiddelde publiek dat hier wandelt. We maken het rondje af door terug te lopen naar de kabelbaan, waar we bij het restaurant nog snel een stempel scoren. De zilveren medaille is nu overtuigend binnen.

Voor vanmiddag staat het roofvogelpark in Telfes op het programma. Het is nog een heel gedoe om er te komen, met een bus die toch een andere route rijdt, en een trein die niet komt. Uiteindelijk lopen we het grootste deel, en zijn we net op tijd binnen voor de ‘show’ van 15 uur. Het is een klein en oud park, maar wel leuk voor een uurtje. De eigenaar laat een aantal vogels vliegen en vertelt uitgebreid over de dieren.

Vanavond koken we ons eigen potje op de camping, en hebben Bas en Daan tijd om lekker te spelen. Relaxed avondje.

Klimmen en kleuteren in klimpark

6 augustus – dag naar klimpark Outdoor Profi

Onze laatste hele dag in Oostenrijk, en die brengen we door in het klimpark. Bas en Daan verheugen zich hier de hele vakantie al op. We nemen de bus naar Fulpmes. Het klimpark ligt naast de bushalte. We worden in de gordels gehesen, krijgen instructie, en kunnen dan aan de slag. Wat is het hier leuk! We hebben echt een fantastische dag en blijven tot sluitingstijd (19 uur). 

Enorme Wiener Schnitzels

7 augustus – dagje luieren en inpakken, vertrek naar huis

We slapen heerlijk uit. De rest van de dag kunnen we lekker wat lummelen, in de zon liggen, spelen, ijsjes eten en ondertussen onze spullen inpakken. Het water in het riviertje stroomt behoorlijk hard: een van de slippers van Bas is nu onderweg naar de Zwarte Zee. Helaas.

Aan het einde van de middag nemen we de bus, die ons in een uur naar Innsbruck brengt. Daar hebben we ruim te tijd. We zoeken een leuk restaurantje op het station en werken een paar enorme Wiener Schnitzels weg. Onze trein naar München vertrekt stipt op tijd, en komt geheel volgens planning aan. Dat is mooi, want we hebben maar weinig overstaptijd. Om 23 uur kunnen we ons installeren in onze slaapcoupé en vertrekken we richting Nederland.

Ideeën in overvloed

8 augustus – aankomst thuis

We slapen prima in de trein! Het laatste uurtje doen we nog wat kaartspelletjes, en dan zijn we alweer naar Utrecht. Een snelle overstap, en een kwartier later staan we in Amersfoort. Het zit er weer op. En zoals gebruikelijk, zijn we alweer plannen aan het maken voor de volgende vakantie. Ideeën in overvloed!

Gerelateerde Berichten