In de winter van 2019/2020 fietsten we met z’n tweeën in 8 weken van Siem Reap in Cambodja, via Laos en Vietnam, naar Kunming in China. Onderweg hielden we een dagelijks blog bij op Pindat. Na afloop hebben we het complete verslag hier op onze eigen site geplaatst. Deel 1: Cambodja.
Vertrek vanaf Schiphol
16 december – Amersfoort – Hong Kong – Siem Riep
Ons avontuur gaat beginnen! En wat verloopt het allemaal soepel. De taxibus naar Schiphol, de check-in, de fietsen naar de odd size, de security… Alles gaat moeiteloos en snel, een lekker begin van de reis. We starten met een ruim 11 uur durende vlucht naar Hongkong. Ja, dat is best lang, maar ook: eindelijk tijd om een boek te lezen en films te kijken!
Jetlag in Siem Reap
17 december – Siem Riep
Rond middernacht landen we in Hongkong. Gevoelsmatig dan, want de lokale tijd is al 6 uur in de ochtend. De nacht is letterlijk voorbij gevlogen. In een klein toestel vliegen we in ruim 2 uur naar Siem Reap, in het noorden van Cambodja. Visum, ophalen bagage en met een busje naar ons hotel: alles gaat soepel en vlot.
Oei, niet in slaap vallen. We willen tot vanavond wakker blijven en zijn dan hopelijk direct van de jetlag af.
In het kort wat we vandaag doen:
- De fietsen weer rijklaar maken.
- Wandeling door de stad en over de markt.
- Onze eerste Cambodjaanse lunch.
- Nee, we willen écht niet in slaap vallen, in beweging blijven! (en nog meer koffie)
- Naar het Wat Bo complex: een van de oudste (moderne) tempels van de stad. Erg mooi. De in oranje gewaad geklede Boeddhistische monniken maken het plaatje compleet.
- Gids en vervoer regelen voor tour langs de Angkor/Khmer tempels (morgen en overmorgen).
- Fietstochtje door het hectische stadsverkeer (love it!) om alvast de entreekaart voor de tempels te kopen.
Om 20 uur mogen we van onszelf eindelijk naar bed.
Angkor: de grootste (en meer)
18 december – Siem Riep
Het is pas 5 uur als we met een tuk-tuk naar Angkor Wat rijden, een ritje van een kwartier. Angkor Wat is de hoofdtempel van het enorme Angkor tempelcomplex en dé toeristische attractie van het gebied. Angkor Wat is de grootste. De mooiste. De best bewaarde. De meeste bezochte. En je kunt hier nog wel meer superlatieven op loslaten. En mooi is het! We zouden hier eindeloze verhalen kunnen typen, maar daar gunnen we ons nu de tijd niet voor. Voor nu moeten jullie het doen met de foto’s! Oké, een beetje info dan:
- grootste religieuze bouwwerk te wereld: 1,6 km2
- werd gebouwd door de Khmer-koning Suryavarman II in de vroege 12e eeuw
- was oorspronkelijk hindoetempel en veranderde geleidelijk in een boeddhistische tempel
Daarna bezoeken we nog drie tempels: de Bayon tempel (Angkor Thom, met de gezichten van Boeddha), Ta Prohm (deels door bomen overwoekerd, onze favoriet vandaag) en Banteay Kdei. We leren van alles over het hindoeïsme, het boeddhisme (de huidige heersende godsdienst in Cambodja), over Vishnu, Shiva en Boeddha, over allerhande koningen, over steensoorten en waarom de Cambodjanen zo’n hekel hebben aan Vietnamezen en Chinezen. Kortom: een intensieve en boeiende dag!
Tempels, heel veel tempels
19 december – Siem Riep
Het is onvoorstelbaar hoe groot de tempels hier zijn. En hoeveel het er zijn – zo dicht bij elkaar! Je kunt hier gerust een week doorbrengen, en dan heb je nog niet alles gezien. Wij ‘doen’ er vandaag zes, wederom met tuk-tuk en gids. De tempels lijken op elkaar, maar zijn toch heel verschillend.
De Chinese toeristen (en daar zijn er hier veel van) zijn een verhaal apart. De dames zijn tot in de puntjes verzorgd: mooie kleding, keurige make-up, bijpassende tas en sjaal. De tempels dienen vooral als decor voor hun doorlopende fotoshoots. Overal waar je kijkt, zijn Chinese dames aan het poseren. Boeiend. En stiekem ook wel irritant, want wij fotograferen natuurlijk bij voorkeur tempels zónder mensen.
De dag is inmiddels bijna voorbij. De fietsen staan klaar, de fietstassen ingepakt. Morgen gaan we echt op pad. China, we komen eraan!
‘Hello!’
20 december – van Siem Reap naar Beng Mealea (55 km)
Door het drukke ochtendverkeer fietsen we de stad uit. Al snel wordt het rustiger. Erg groen. Veel huisjes langs de weg, vaak met verkoopstalletjes. ‘Hello!’ klinkt het voortdurend. Steeds met een grote glimlach, en vaak wordt erbij gezwaaid. Wat een vriendelijkheid, het is heel ontspannen fietsen. Veel huizen staan op palen. Onder het huis, en vaak ook ernaast, onder een afdak, speelt zich het leven af.
De Beng Mealea tempel wordt ook wel de ‘jungle-tempel’ genoemd. Enorm groot, maar behoorlijk vervallen en overwoekerd door bomen. Dankzij een houten loopbrug kunnen we de tempel goed bekijken. Indrukwekkend!
We logeren vannacht bij een familie vlakbij bij de Beng Mealea tempel. Een ‘homestay’. Een vader en moeder, een aantal kinderen met hun gezinnen en opa van 89 jaar. Al snel komen de fotoboeken op tafel: van het huwelijk van zoon Channy. Hij is duidelijk de trots van de familie: hij woont in Australië en is getrouwd met een Australische vrouw. De dochter ‘runt’ de homestay en is de enige die goed Engels spreekt. Ze is er vandaag niet, maar vertaalt via de telefoon. De familie woonde jarenlang in een drijvend dorp in het Tonlé Sap meer en leefde van de visvangst. Hier bij Beng Mealea is het leven makkelijker. Ze bezitten een groot stuk grond waar ze ondermeer rijst, mango’s en papaja’s verbouwen. Leuk om hier te zijn en het leven op het Cambodjaanse platteland een beetje te ervaren!
De tempels van Koh Ker
21 december – van Beng Mealea naar Srayang (79 km)
Een mooie fietstocht door landelijk gebied. Bananenplantages, cassave, rijst etc. Veel bedrijvigheid langs de weg: stalletjes met eten en drinken (met de kenmerkende oranje koelboxen die met grote blokken ijs worden gekoeld), brommerwerkplaatsjes en er wordt rijst en cassave gedroogd. Veel spelende kinderen. En veel loslopende honden en kippen. De weg is licht glooiend, prima te doen. Rond het middaguur zijn we in het dorpje Srayang, waar we een prima guesthouse vinden.
Na de lunch fietsen we naar het tempelcomplex Koh Ker. Koh Ker was de hoofdstad van het Khmer rijk van 928 tot 944. Koning Yayavarman IV en zijn zoon Hasavarman II lieten meer dan 180 tempels bouwen, in een gebied van 80 km2. Een groot deel is niet te bezoeken, maar de hoofdtempel (Prasat Thom) wel. Het is een flinke fietstocht, maar het zeker waard. De tempel is 55 meter breed en 40 meter hoog en steekt boven de jungle uit. We hebben inmiddels al veel tempels gezien, maar het blijft indrukwekkend! Onderweg komen we langs een flink aantal kleine (en vaak erg vervallen) tempels. Een mooie dag!
Zonnebrand en andere ongemakken
22 december – van Srayang naar Preah Vihear (62 km)
We ontbijten met de restjes van de ‘fried rice’ van gisteravond. Het straatrestaurantje waar we toen wat eten bestelden, stuurde er een jongetje met de brommer op uit. Na 10 minuten kwam hij terug – met twee afhaal-chinees-bakjes rijst…
Al om 7 uur zitten we op de fiets. Vanwege de hitte (>35 graden), willen we onze fietskilometers het liefst in de ochtend maken. Prima asfaltwegen vandaag, licht heuvelachtig met uitzicht op een weelderig begroeide bergrug. Het andere verkeer houdt goed rekening met ons. Cambodjanen zijn natuurlijk zelf ook gewend om te fietsen, dat scheelt. Vooral veel brommers op de weg, met allerhande karren en wagens erachter. Ook zien we hier veel ‘halve tractoren’ met lange platte karren. Weer diverse dorpjes onderweg, maar het wordt wat uitgestrekter en meer open. Weinig vogels, toch inmiddels het een ander gespot: drongo, grijze wouw, Indochinese scharrelaar, bijeneter, kleine zilverreiger en Chinese ralreiger.
Landbouwgrond, moerasland en bos wisselen elkaar af. Vooral het bos is fijn: schaduw! Want wat brandt de zon genadeloos op onze bleke Hollandse winterhuidjes…Dat doet pijn, flink pijn, er valt niet tegenop te smeren. Ruud ervaart nog een ander ongemak: sinds de eerste fietsdag loopt zijn schijfrem aan (dat denken we tenminste) en dat heeft hij nog niet kunnen verhelpen. Dat betekent een raar geluid en extra weerstand bij het fietsen. Vanmiddag bij het hotelletje in Preah Vihear dus wederom YouTube filmpjes met slimme tips kijken en sleutelen. Fingers crossed: het lijkt te zijn gelukt!
De beroemde Preah Vihear tempel, die hier overigens toch nog 50 km vandaan is, ligt op een heuvel die zich deels in Thailand en deels in Cambodja bevindt. Sinds de tempel een werelderfgoed van Unesco is, is het het grensconflict tussen beide landen opgelaaid. De vele guesthouses in de stad zijn gebouwd om de militairen te herbergen. Inmiddels zijn de militairen vertrokken.
De andere kant van Cambodja
23 december – van Preah Vihear naar Chhaeb (58 km)
Ons ontbijtje (soep met rijst en lever, gruwel!) eten we bij een stalletje onderweg, samen met een Cambodjaanse meubelmaker en zijn vrouw. Ze spreken geen woord Engels, maar dat maakt niet uit. Ons tweede ontbijt later op de ochtend is vlakbij een enorme (Chinese) suikerfabriek en suikerrietplantage. Terwijl de oudere vrouw een noodlesoepje voor ons maakt, vertelt haar man over het schattige peutermeisje dat bij hen is. Met handen, voeten en foto’s vertelt hij dat het hun kleindochter is. Zij zorgen voor het meisje, de ouders zijn in Phnom Penh.
Door de vrolijkheid en vriendelijkheid van de mensen die we tegenkomen, lijkt Cambodja een onbezorgd land. Toch is het dit allerminst. Na de ondergang van het eens zo machtige Khmer-rijk, volgden eeuwen van binnen- en buitenlandse strijd. Toen de troepen van de Rode Khmer in 1975 Phnom Penh binnentrokken, werden zij aanvankelijk dan ook als bevrijders binnengehaald. Uiteindelijk leidde dit tot een van de grootste tragedies in de moderne geschiedenis. Pol Pot voerde een radicale verandering van de samenleving door: er moest een nieuwe agrarische communistische heilstaat verrijzen. Al binnen enkele dagen startte hij zijn niets en niemand ontziende terreur. Dit zorgde in nog geen vier jaar tijd voor 2 miljoen doden, een vijfde van de toenmalige bevolking. De jaren na het schrikbewind van Pol Pot stonden in het teken van heropbouw én nieuwe burgeroorlogen. Het is moeilijk voor te stellen dat alle oudere mensen, zoals het vriendelijke echtpaar in hun eet-stalletje bij de suikerfabriek, vreselijke dingen hebben meegemaakt. Inmiddels is er redelijke stabiliteit en heeft Cambodja economisch de wind in de zeilen.
Ook vandaag weer veel rijstvelden, die momenteel kaal en dor zijn. Van de jungle blijkt inmiddels al veel te zijn verdwenen, er is hier veel illegale houtkap. Zo verdienen de (vele) arme mensen in deze streek wat extra. We overnachten vandaag in Chhaeb, een klein stadje met een mooi tempelcomplex.
Healthy white?
24 december – van Chhaeb naar Stung Treng (90 km)
Vandaag fietsen we samen met Jenna, een Amerikaanse. Ze fietste al eens een jaar door Europa, en nu drie weken in haar eentje door Cambodja. Leuk om een dagje samen te fietsen en ervaringen en verhalen uit te wisselen. In de ochtend zien we weer veel (illegale) houtkap langs de route. Vuur maakt het karwei af. De jungle maakt steeds meer plaats voor landbouwgrond.
Cambodja is een overwegend boeddhistisch land. Het boeddhisme is eigenlijk geen godsdienst, maar een filosofisch stelsel en een levenshouding. Het boeddhisme kent wel monniken. Die zien we regelmatig op straat, herkenbaar aan het oranje gewaad, ook vandaag weer. ’s Ochtends gaan vooral de jonge monniken met een kom of bedelnap rond om voedsel of andere offers in ontvangst te nemen. Door de monniken iets te geven, kunnen gelovigen dichter bij het Nirvana komen. Boeiend om te zien.
Het leukste van fietsen is afstappen, zeggen wij altijd. En dat is ook hier het geval. Onze stops (en we maken er vanwege de hitte best veel) leveren steeds weer interessante ontmoetingen op. Zoals met de moeder en de dochter, die samen een eetstalletje runnen en noodlesoep voor ons maken. Dankzij de vertaalapp op de telefoon van de dochter voeren we een leuk gesprek.
En daar is hij dan: de Mekong. Bijna 5000 km lang en een van de belangrijkste rivieren van Azië. We fietsen over een enorme brug naar Stung Treng, ons eindpunt voor vandaag. Een flinke stad. We vinden een prima hotelletje met uitzicht over de rivier. En wat zijn een douche en airco toch weer welkom na zo’n dag!
Nog even over de kop van dit verslag. Een gezond bruin kleurtje, dat is wat de meeste Nederlanders graag hebben. Zo anders is het voor de Cambodjaanse vrouwen. Wit graag! Daarom bedekken ze het grootste deel hun lichaam. En ze gebruiken ‘blekende’ bodymilk. Wij smeren onze verbrande huiden al een paar dagen in met ‘healthy white’. Vandaag zijn we er achter gekomen dat ‘white’ niet verwijst naar de kleur van de crème, maar naar het bleekmiddel. Wellicht verklaart dit de allergische reactie die ik sinds een paar dagen heb…
Kerst aan de Mekong
25 december – van Stung Treng naar Don Khone (Laos) (92 km)
Terwijl de stad ontwaakt, zitten wij al op de fiets. We hebben inmiddels onze vertrektijd naar 6 uur vervroegd. Het is dan net licht, en zo profiteren we optimaal van de (relatieve) koelte. Een uur later eten we bij een kraampje aan de kant van de weg een rijst-soepje. Ons kerstontbijt! Maar aan kerst doen ze hier niet, het is een dag als iedere andere.
Het blijft leuk fietsen in Cambodja. Veel kleine houten huisjes langs de weg, die bijna allemaal ook winkeltje of restaurantje zijn. Aan water, bananen, benzine (voor de vele brommers) geen gebrek. En als er stoeltjes staan, meestal van rood plastic, is er ook een warme hap te krijgen. Soms is er een pan met soep of rijst, soms wordt er op verzoek iets in een wok bereid. En we hebben ervaren dat je ook prima kunt vragen of ze instant-noodles willen klaarmaken. En dat doet vanochtend ook de praatgrage Cambodjaanse dame, waar we pauzeren voor een tweede ontbijtje. Ze is wel gecharmeerd van Ruud, dat is wel duidelijk, ook al spreekt ze geen woord Engels. Ze gebaart dat Ruud de rits van zijn fietsshirt wel wat verder open mag doen, ha ha. In haar schamele houten hutje blijkt een grote geluidsbox te staan. Of Ruud even wil helpen. Natuurlijk wil hij dat. Al snel blijkt dat ze geen hulp nodig heeft, maar dat ze karaoke met hem wil zingen. Wat een pret. Het filmpje maken we maar niet openbaar.
Via een enorm stoffige weg (onze good old buffs bewijzen hun dienst) bereiken we de grens met Laos. Een luxe en overdadig gebouw, wat een contrast met de omgeving. De formaliteiten (formulieren invullen, foto’s maken, vingerafdrukken afnemen, betalen) gaan vlot en een half uurtje fietsen we in Laos. Een nieuw land, een andere taal, een ander schrift en ander geld. Onze eerste indruk is dat het iets minder arm is. En dat er veel koeien zijn. We fietsen naar Nakasang, een levendig dorpje met een leuke markt. Met een houten bootje varen we in een kwartiertje naar het eiland Don Det. Een echt backpackers eiland met veel vertier. Wij fietsen er alleen maar over heen om met een bruggetje over te steken naar het veel rustiger eiland Don Khone. We nemen een bamboe bungalowtje direct aan het water. Zwembad, warme douche, wifi, restaurant… Een uitstekende plek voor een rustdag.