Zuiderzee en Friesland: ons debuut

door Ruud

Onze eerste echte fietsvakantie-met-kind! Met Bas, net 3 jaar, in de fietskar. We hadden al een paar keer een weekend of een weekje met z’n drietjes gefietst, en nu dus voor het eerst wat langer. De route was erg geschikt. Met name het deel door Noord-Holland heeft ons positief verrast. Het open landschap, het water, de strandjes en de leuke havenplaatsjes maakten het tot een heel geslaagde vakantie.

We hebben weinig goede foto’s gemaakt (nog geen digitale camera). In dit reisverslag hebben we daarom ook een aantal foto’s van anderen gebruikt.

Dijken, veenriviertjes en meertjes

30 juli – van Hoogland naar Durgerdam (65 km)

Vandaag beginnen we aan ons ‘Rondje Zuiderzee’ en Elfstedentocht. Bas, net drie, zit in de nieuwe Burley-fietskar. We hebben er al weekendjes mee gefietst, maar dit wordt de eerste vakantie. Via Eemnes en Eembrugge komen we op de Zuiderzeeroute. Aan de rechterkant het IJsselmeer, de vroegere Zuiderzee, en dat zal de komende dagen zo blijven. Onze eerste pauze houden we bij een strandje bij Huizen. Het is te fris om te zwemmen, maar Bas kan zich er heerlijk uitleven.

Richting Amsterdam wordt het zoals verwacht wat drukker, maar het is hier toch prima fietsen. We hadden bedacht om op camping Zeeburg te overnachten. De aanblik op deze overvolle mega-camping doet ons besluiten toch nog maar even door te rijden.

Na een paar kilometer fietsen we weer door landelijk gebied, het Waterland, en keert de rust terug. Een mooi open landschap met dijken, veenriviertjes en meertjes. Even voorbij Durgerdam ligt camping ’t Boschje. Een klein, wat vervallen campinkje met stacaravans en houten huisjes, maar lekker rustig aan het Kinselmeer. Het Kinselmeer is ontstaan na een doorbraak van de Zuiderzeedijk tijdens de Allerheiligenvloed in 1570. Het is typisch zo’n plek voor Amsterdammers zonder tuin. ’s Avonds kunnen we ‘meegenieten’ van de Koos Albertsmuziek van de camping aan de overkant van het meer.

Japanners en souvenirs

Zondag 31 juli – van Durgerdam naar Edam (30 km)

Bas heeft al een vriendinnetje gemaakt; wij hebben onze handen even vrij om de spullen in te pakken. De kippen op de camping hebben een grote aantrekkingskracht op Bas. Dat gaat goed tot de haan er genoeg van heeft en de achtervolging inzet. Nu wil Bas wel graag weer in de fietskar.

We fietsen over de dijk naar het eiland Marken. Een echt toeristisch dorp, dat vooral bekend is door de (paal)woningen en de kleurige klederdracht. Sinds de twaalfde eeuw is Marken een eiland en sinds 1957 is het met een dijk verbonden aan het vaste land. De drukte valt erg mee. We maken natuurlijk een wandeling door het dorp en fietsen het eilandje rond. Het is prachtig weer, dus we stoppen bij een strandje en genieten van het water en de zon.

Van Marken gaan we met de boot naar Volendam, een half uurtje varen. De fietskar kan niet van de boot; de treeplank moet er af en we tillen de kar aan wal. Volendam is enorm druk. Veel Japanners, souvenirshops en ‘in klederdracht op de foto’. We eten een harinkje en fietsen dan zo snel mogelijk de drukte uit. We stoppen bij een kleine camping in Edam, met vrij uitzicht over de weilanden. Bas heeft direct een vriendje en wij genieten nog een paar uurtjes heerlijk van het zonnetje.

Groote Braak en Moordenaars Braak

1 augustus – van Edam naar Enkhuizen (45 km)

Het is prachtig weer. Bas speelt fijn met het nieuwe vriendje in de zandbak. We vertrekken dan ook pas rond het middaguur. Over de dijk fietsen we naar Hoorn. Deze dijk bewaart heel wat ‘littekens’ van het eeuwenlange watergeweld. De vroegere dijkdoorbraken zijn nog zichtbaar en hebben vaak hun eigen namen, zoals Groote Braak, Moordenaars Braak en Zandbraak. Sommige braken zijn drooggelegd, andere zijn nog nat en zijn mooie natuurgebiedjes geworden.

Hoorn is een mooi historisch plaatsje. We drinken hier koffie en eten een broodje. Een half uurtje voorbij Hoorn stoppen we bij een strandje. Heerlijk hoor, al die strandjes waar we langs fietsen, je hebt ze echt voor het uitkiezen. Aan het einde van de middag komen we aan in Enkhuizen. We kamperen op camping Enkhuizerzand, tegen de oude stadsmuur aan.

Kabouters, sprookjes en een reus

2 augustus – rustdag Enkhuizen

Vandaag blijven we een dagje in Enkhuizen. Eigenlijk willen we zowel naar het Zuiderzeemuseum als Sprookjesland, maar we kiezen uiteindelijk alleen voor de laatste. En dat blijkt ook meer dan genoeg. Het park ligt naast de camping en is erg leuk voor Bas. Kabouters, sprookjes, een reus, bootjes, treintje, speeltuin en een heks die langs vliegt. Vanmiddag lopen we nog even naar het strandje vlakbij de camping. In de avond regen en onweer.

Woelig water

3 augustus – van Enkhuizen naar Cornwerd (37 km)

De Zuiderzeeroute loopt eigenlijk via de Afsluitdijk. Wij kiezen voor een alternatief: de veerboot naar Stavoren. We kunnen alleen maar binnen zitten, het dek staat helemaal vol met fietsen. Het is behoorlijk woelig water. Anderhalf uur later komen we dan ook bleekjes aan in Stavoren.

De komende dagen fietsen we langs alle elf Friese steden. Daarna pakken we de Zuiderzeeroute weer op. Stavoren (Starum) is als enige van de Elf geen ‘beschermd stadsgezicht’. Toch is het een van de oudste stadjes van Nederland en de oudste van de Friese steden. Bas is erg moe en valt in slaap zodra we fietsen..

Het landschap is direct anders dan in Noord-Holland. Fietsen we eerst steeds op de dijk, in Friesland fietsen we er achter (of voor, hoe je het wilt noemen). Jammer, hierdoor mis je het uitzicht over het water. Al na tien kilometer zijn we in het schilderachtige Hindeloopen (Hylpen). Het ligt op een landtong die aan drie kanten door het IJsselmeer is omgeven. Een piepklein stadje, met historische panden, smalle grachtjes en houten bruggetjes. Mooi.

Acht kilometer verderop ligt het langgerekte Workum. Een gezellig druk plaatsje, waar we een lekker visje eten. Einddoel van vandaag is Vekabo-camping bij Cornwerd, net voorbij Makkum. Bas rent langs alle tenten op de camping en besluit vriendschap te sluiten met Roos en Jet, ook fietsertjes. Ze rennen hand in hand rond, gaan op zoek naar krokodillen en toveren de haaien weg.

Harns en Frentsjer

4 augustus – van Cornwerd naar St. Anna Parochie (50 km)

Vanochtend hebben we even regen en er staat een harde wind. Als we vertrekken, is het weer droog en blaast de wind ons de goede kant op. We zien nog even het IJsselmeer, dan de Afsluitdijk en de Waddenzee. We fietsen over een breed pad tussen de dijk en het Wad. Veel vogels hier, prachtig. En regen. Korte hevige buitjes, afgewisseld met een zonnetje. Toch nog prima fietsweer. Bas zit lekker droog in de fietskar. Hij vermaakt zich prima met zijn boekjes, de beer en zijn bidonnetje, het is echt zijn eigen huisje.

Onze eerste stop is in het mooie Harlingen (Harns). Harlingen is ontstaan uit het terpdorp Almenum. In de zestiende eeuw ontwikkelde het zich tot de ‘vermaerdste zeestadt’ van Friesland. Het nam een prominente plaats in onder de schippers die op de Oostzee voeren.

Via een grote (en onbegrijpelijke) omweg worden we naar Franeker (Frentsjer) geleid. Er is kermis in de stad en het is dus een drukte van belang. We doen boodschappen en Bas gaat een paar keer in de draaimolen. Franeker is ‘academiestad’. In 1585 werd het klooster in gebruik genomen als universiteit: de tweede universiteit van Nederland. In 1811 degradeerde Lodewijk Napoleon de Franeker Universiteit tot atheneum en was het afgelopen met de roem.

We fietsen door tot de boerencamping in St. Annaparochie. Een ontzettend leuk plekje bij een veehouderij aan de Blikvaart. Vele kleine kinderen en een leuk speeltuintje. ’s Avonds mogen alle kinderen op een platte wagen achter de tractor mee en rijden ze een paar rondjes over het weiland. Bas komt maar moeilijk in slaap. Hij is helemaal vol van de boer, de boerin en de tractor.

Koeienboer worden

4 augustus – rustdag in St. Annaparochie

We blijven een dagje op de camping in St. Anna Parochie. Het is een bewolkte dag met geregeld zon. We vullen de dag met kijken naar de koeien en de kalfjes, de schapen, kippen en konijnen. Met een roeiboot varen we een stukje over de Blikvaart.

Vanmiddag gaat Bas kijken bij het melken. Maar eerst mag hij samen met Ruud de koeien uit het weiland halen. Het maakt grote indruk en hij weet nu zeker: hij wordt later koeienboer. Vanavond gaan alle kinderen weer op de boerenwagen. En we krijgen onverwacht bezoek van familie die in de buurt woont. Het is weer een leuke dag!

De hel van het noorden

5 augustus – van St. Anna Parochie naar Deinum (75 km)

We beginnen de dag met regen. Alles verloopt daarom wat trager. Als we vertrekken is het weer droog en wordt het toch nog mooi fietsweer. Bas valt al snel in slaap en we fietsen in een keer door naar Dokkum. Wat voor de elfstedenschaatsers bekend staat als ‘de hel van het noorden’, blijkt voor ons een leuk stuk fietsen te zijn. Met de wind in de rug.

Dokkum ontleent zijn bekendheid vooral aan de moord op Bonifatius in het jaar 754. Eeuwenlang wisten vele bedevaartgangers Dokkum te vinden. Nog steeds herinneren ondermeer een standbeeld, de grote RK-kerk en een kapel aan de vermoorde bisschop. We eten een broodje in dit mooie plaatsje en doen boodschappen. Via de Dokkumer Ee fietsen we, via Bartlehiem, richting Leeuwarden. We doen het rustig aan en stoppen een paar keer zodat Bas kan spelen. Het is al laat als we aankomen op camping Harinxma in Deinum, onder de rook van Leeuwarden.

Familiebezoekjes

6 augustus

Prachtig weer! Vandaag staat een aantal familiebezoekjes op het programma, in Beetgumermolen en Wirdum. Vanavond eten we in een restaurantje in de binnenstad van Leeuwarden.

De kleinste van de Friese Elf

7 augustus – van Deinum naar Sloten (69 km)

De dag start bewolkt en we pakken de spullen nat in. Vandaag is alweer onze laatste elfsteden-dag. Bas vermaakt zich uitstekend in de fietskar, waardoor we in één keer de 30 kilometer naar Bolsward (Boalsert) kunnen fietsen. Bolsward, ondermeer bekend van de Sonnema Berenburger. 

Van Bolsward fietsen we naar Sneek (Snits). Sneek, de waterstad, met de mooie waterpoort uit 1613. Hier blijkt het enorm druk te zijn door de jaarlijkse Sneekweek, het grote zeilevenement. Snel door naar IJlst (Drylst)! We rijden over een smal paadje langs het water; het gaat maar net met de fietskar. Aan het einde van de middag bereiken we het vestingstadje Sloten (Sleat). Sloten is de kleinste van de Friese Elf en een echte watersportplaats. We kamperen tussen de watersporters aan het Slotermeer. Bas is verrukt van de tractor en de geiten.

Naar de Weerribben

8 augustus – van Sloten naar Ossenzijl (37 km)

We ontbijten met verse scharreleitjes van de boerderij. We doen het rustig aan, we hebben maar een kort fietsdagje. Via het mooie Sloten fietsen we naar zuidwaarts naar het voormalige vissersplaatsje Lemmer. We zijn weer bij het IJsselmeer. Het is bewolkt, maar prima fietsweer, en we hebben de wind in de rug.

Het IJsselmeer is maar voor even, want we fietsen nu verder oostwaarts; Friesland uit en Overijssel in. We willen een aantal dagen in natuurgebied de Weerribben blijven. De Weerribben is een veenweidegebied met een hoge waterstand, waar je ondermeer mooi kunt kanoën. Al halverwege de middag zijn we op een camping De Kluft aan de rand van de Weerribben, bij het bezoekerscentrum. Een grote camping, maar op het trekkersveld is het lekker rustig.

Zwemmen in Steenwijk

9 augustus – rustdag (34 km)

We slapen heerlijk uit. Het lijkt slecht weer te worden, dus we besluiten om naar het overdekte zwembad in Steenwijk te gaan. Het is een klein uurtje fietsen. Uiteindelijk is het toch prima weer en hebben we het zwembad bijna voor ons alleen. Karin, de zus van Sandra, voegt zich voor een dagje bij ons.

Middagje peddelen

10 augustus – rustdag

Vandaag hebben we echt pech met het weer. Het is slecht en het blijft slecht.

We gaan naar het bezoekerscentrum dat naast de camping ligt. Het is een leuk en informatief centrum. Vanmiddag huren we, ondanks de regen, toch twee uurtjes een kano. De Weerribben moet je immers per kano verkennen! We hebben een Canadese kano, waar we met z’n vieren in passen. Ook Bas peddelt ijverig mee. Het is hier echt prachtig. Veel mooie bloemen en planten, maar we horen niets; de vogels hebben zich goed verstopt.

Het oude havenstadje Elburg

11 augustus – van Ossenzijl naar Elburg (73 km)

Vandaag gaan we, met perfect fietsweer, weer verder met de Zuiderzeeroute. Eerst naar het mooie vestingstadje Blokzijl en dan door naar Vollenhove en St.Jansklooster in het veenweidegebied De Wieden. Een opvallend verschil met de Weerribben is de grote oppervlakte aan open water in De Wieden; de Beulakerwijde en de Belterwijde. Deze zijn ontstaan door de turfwinning en de daaruit voortkomende overstromingen.

In Genemuiden steken we met het pontje over het Zwolse Diep. In een park eten we onze boterhammetjes. Van De Wieden rijden we naar Kampen, in de 13e en 14e eeuw de machtigste Nederlandse handelsstad. Via een fietspad langs het Drontermeer komen we aan het einde van de middag aan in het oude havenstadje Elburg. De camping blijkt niet meer te bestaan. We hebben bijna 75 kilometer op de teller staan en vinden het wel genoeg voor vandaag. Gelukkig mogen we bij een boerderij onze tentjes opzetten. Onze laatste overnachtingsplek alweer, morgen slapen we weer huis.

Pleisterplaats voor weidevogels

12 augustus – van Elburg naar Hoogland (56 km)

De laatste dag! Bijtijds zitten we op de fiets. We rijden door het centrum van Elburg naar Doornspijk, Nunspeet, Hierden en Harderwijk. Het landschap is nagenoeg onbebouwd. Het is een agrarisch cultuurlandschap met toch veel natuurlijke kenmerken. Na Harderwijk fietsen we voornamelijk langs zandstranden, waarvan Strand Horst en Strand Nulde natuurlijk de bekendste zijn. Het is prachtig weer, dus we pauzeren uitgebreid op een rustig plekje aan het water.

Bij Nijkerk fietsen we de polder Arkenheem in, bekend terrein voor ons. Arkenheem ontstond toen in 1356 een dijk werd aangelegd tussen Spakenburg en Putten. Het open weideland is een broedgebied en pleisterplaats voor weidevogels. Het stoomgemaal is het enige nog werkende stoomgemaal met buitenschepraderen in West-Europa. Het echte werk wordt sinds 1983 gedaan door een elektrisch gemaal dat honderd meter verderop staat.

De vakantie zit er op. Het was erg geslaagd en smaakt naar meer!

Gerelateerde Berichten