Brabant: van boekenkist tot Biesbosch

door Ruud

Onze fietsvakantie in Frankrijk in 2005 begon ongepland met een weekje fietsen door Brabant. Met natuurlijk de Biesbosch, onverwachte kastelen en een uitstapje naar België. Daan (3 jaar) ging mee in de fietskar, Bas (8) fietste zelf. 

December 2020: We zijn de website aan het ombouwen, daarom is een aantal reisverslagen nog niet compleet. De foto’s van dit verslag ontbreken nog. Nog even geduld.

Ai, de bus gemist!

22 juli – van Hoogland naar Bunnik (39km)

Het is al donker als we onze tent opzetten in Bunnik. Bas en Daan zijn van slag, en wij hebben stevig de pé in. We hadden ons deze eerste vakantie-avond wel wat anders voorgesteld. Onze gedachten gaan uit naar al die mensen die wél op tijd waren voor de Cycletours-slaapbus. Die nu elkaars fietsplannen aanhoren, straks in hun bus-bedje kruipen en morgenochtend wakker worden in Frankrijk.

De dag verliep geheel volgens planning. Klokslag 20.30 uur fietsten we het Stationsplein van Utrecht op. Toen nog glimlachend, strakke timing! Dan de twijfel: waarom zijn er geen andere fietsers? Bij het checken van de reispapieren volgt de dreun: de bus is al weg. Oh zeker, natuurlijk hebben we de papieren gecontroleerd. Vlak voor vertrek zelfs nogmaals, nog even gekeken hoe laat we precies aankomen in La Douce France. Maar de vertrektijd? Die zit al maanden in ons hoofd: 20.30 uur aanwezig, 21.00 uur vertrek. Niet dus. Doemscenario.

Bas schiet flink in de stress, Daan blijft maar vragen welke bus de onze is. Bij Cycletours zitten ze al op ons telefoontje te wachten. Ze hebben ons mobiel gebeld; de telefoon hebben we echter bij vertrek uitgezet. We hebben immers vakantie! De medewerkster is positief: maandag rijden er diverse andere bussen. Morgenochtend kan ze de mogelijkheden voor ons uitzoeken. Dat geeft hoop. Een beetje. Terug naar huis willen we niet en zo belanden we op een SVR-camping in Bunnik. Grr…

Het grootste fort van Nederland

23 juli – dagje rondom Bunnik

Al vroeg bellen we met Cycletours. Over 2 dagen zijn diverse mogelijkheden: Franse Alpen (iets te heftig voor ons), Oost-Spanje (bijna 24 uur in de bus), Denemarken (hm, zijn we al eens geweest), Duitsland (tja). Of we wachten een week en gaan alsnog Zuidwest-Frankrijk. We kiezen voor het laatste. Nu weten we waar we aan toe zijn en kunnen een nieuw plan maken voor deze week. Ook voor Bas en Daan geeft dit wat rust en ze gaan op een holletje naar de speeltuin, de schuur en het zwembadje.

Vanmiddag maken we een kort tochtje in de omgeving: Bunnik en Fort bij Rhijnauwen. Dit is het grootste fort van Nederland en maakt deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het werd gebouwd in 1867 – 1869 als deel van de vooruitgeschoven linie forten bij Utrecht. We kunnen er helaas niet in, maar fietsen er omheen en picknicken op een mooi veldje. Hoewel nog met moeite, begint het vakantiegevoel langzaam te komen. 

We besluiten de komende dagen richting Brabant te fietsen. Vrijdagavond stappen we dan in Breda op de bus naar Frankrijk. 

Ontsnapping in een boekenkist

24 juli – van Bunnik naar Andel (64km)

Om 9.45 uur zitten we op de fiets, een stuk vroeger dan we van de vorige gezinsfietsvakanties zijn gewend. Het inpakken gaat sneller, vooral omdat Daan (3,5 jaar) nu ook wat meer zijn eigen gang kan gaan. Vandaag gaan we richting de Biesbosch. Tussen de maïsvelden en weilanden met koeien door rijden we via Werkhoven en Schalkwijk naar Culemborg. Hier steken we met het pontje de Lek over. Hoewel de jongens al op heel wat pontjes zijn geweest, blijft het een belevenis. Bas: “Als je baas bent van een veerpont, word je wel héél rijk!.”

Het is prachtig fietsweer. We rijden langs vele boomgaarden met appels en peren, en door de landerijen naar Beesd. We zien veel ooievaars, maar ook oeverzwaluwen, visdiefjes en diverse soorten ganzen. Bij Brakel steken we met een pontje de Waal over. En dan staan we opeens bij Slot Loevestein. Dat is het aardige van een geïmproviseerde fietstocht in een voor ons relatief onbekend gebied. De leukste dingen komen onverwacht, zo ook dit. Slot Loevestein werd vooral bekend door de ontsnapping van Hugo de Groot in een boekenkist. De jongens vinden het geweldig. Het is al vrij laat, dus we kunnen het slot zelf niet meer in. Maar het bijbehorende straatje met ‘levend decor’, het soldatenhuisje, het kruithuis, de gracht etc. zijn erg leuk.  

We strijken neer op een camping in Andel. Hoewel Bas erg moe is, wil hij liever direct doorfietsen naar de Biesbosch: dan heeft hij een nieuw dagrecord! Dat moet maar even wachten, met deze 65 kilometer mag hij ook erg tevreden zijn. 

Het Biesbosch-gevoel

25 juli – van Andel naar Hank (28km)

Door ‘het land van Altena’ rijden we naar het pittoreske Babyloniërbroek. Bas is super vrolijk; hij zingt, speurt naar vogels en doet weer veel vogelraadsels met Ruud. Op het dak van een boerderij zien we zowaar een steenuiltje. We fietsen langs maïs- en korenvelden naar Dussen, waar het kasteel natuurlijk een perfecte pauzeplek is. Tussen alle raadsels door praat Bas veel over Harry Potter, waarvan hij volledig in de ban is. Daan begrijpt het ook al helemaal en zwaait steeds met zijn denkbeeldige toverstok. (“Eet slakken!”)

In de regen fietsen we naar Hank, aan de rand van de Biesbosch. In de Biesbosch zelf blijken geen campings te zijn, dus zo staan we even later voor de poort van mega-grote veel-sterren-camping De Kurenpolder. De jongens zijn direct razend enthousiast, dus omdraaien en verder fietsen naar een kleinere camping is er niet bij. De camping ligt rondom een recreatieplas, en onze tent staat direct aan het strandje, dat vol staat met speeltoestellen. Hoewel het behoorlijk fris is, gaan de jongens meteen het water in. Het is heel ondiep, dus we kunnen ook Daan lekker zijn gang laten gaan. Eigenlijk een prima plek dus. Maar niet een camping waar we een ‘Biesbosch-gevoel’ van krijgen.

Lepelaar, blauwborst en ijsvogel

26 juli – dagtocht Biesbosch (45km)

Een deel van de Biesbosch is nationaal park en dat laat zich het beste bekijken vanaf het water. Ruud en Bas maken vanochtend samen met een boswachter een natuurtocht met een fluisterboot. Het is echt genieten in dit prachtige zoetwater getijdengebied: 8000 hectare wilgenvloedbossen, rietkragen, beken, polders en grienden. Hier broeden beschermde vogelsoorten zoals de lepelaar, blauwborst en ijsvogel, en natuurlijk komt de bever hier steeds meer voor. De gids heeft een bever-huid meegenomen, die maakt veel indruk op Bas. Voor Daan is anderhalf uur in een bootje echt te veel, dus hij mag samen met mij (Sandra) boodschappen doen en naar de speeltuin.

Vanmiddags verkennen we het noordelijke ‘droge’ deel van de Biesbosch per fiets. Met een pontje steken we de Steur over. Het is hier mooi en vooral rustig fietsen door de polders. Zonder dat we er erg in hebben, fietsen we ruim vijftig kilometer. Terug op de camping kunnen de jongens nog even genieten van alles wat deze camping ze te bieden heeft: de enorme waterglijbaan, de vele speeltoestellen en het zandstrand.  

Hulde voor de fietsenmakers

27 juli – van Hank naar Hoeve (48km)

Het fietspad naar Drimmelen leidt ons dwars door het industriegebied van Geertruidenberg, met ondermeer de Amer-centrale. In Drimmelen en het Biesbosch-bezoekerscentrum. Erg leuk, ook voor Bas en Daan, met ondermeer opgezette bevers en watervogels. 

Vanmiddag materiaalpech. Mijn derailleurwieltje blijkt te zijn afgebroken en fietsen gaat niet meer. Het plaatselijke ‘fietsenboertje’ is een dagje weg. Een behulpzame buurman helpt ons aan een boutje, maar daarmee redden we het niet. Dan maar steppen met de fiets. En dat gaat nog best vlot. De vijf kilometer naar de fietsenzaak in Made leggen we in twintig minuten af. Het is een prachtig stukje fietsen (eh, steppen) langs een kronkelend watertje. Met een nieuwe derailleur zitten we een kwartier later weer op de fiets. 

Aan de rand van Ettenleur gaat het weer mis. Spaakbreuk in mijn achterwiel. En door de bagage direct een flinke slag in het wiel. De gebroken spaak zit aan de kant van de tandwielen, en dat kunnen we niet zelf oplossen. Snel de bagage eraf en een sprintje naar de fietsenmaker. Het is 17.55 uur, hij kijkt wat moeilijk, maar laat zich gelukkig overhalen voor een spoedklusje. Maar wat een pech op één dag!

Het loopt al tegen zevenen als we aankomen op het campinkje in Hoeven. Bas en Daan spelen nog lang buiten, dat hebben ze vandaag toch wat te weinig kunnen doen.

Paleontoloog worden

28 juli – van Hoeve naar Chaam (40km)

Daan hebben er zin in: we gaan naar België, en dat is toch maar mooi het buitenland! St. Wilibrord – Sprundel – Klein Zundert. Het is hier mooi en rustig fietsen, maar wel wat eentonig. Veel maïsvelden, asperges, aardbeien, soms kassen, afgewisseld met zo en dan wat bos. Daan valt al snel in de kar in slaap. Het zonneschermpje – dat hebben we jaren geleden gemaakt – bewijst met dit weer nog steeds trouwe dienst.

Even voorbij Zundert fietsen we België in. In een stukje bos vinden we een schaduwrijk lunchplekje. Bas duikt gelijk weer met zijn neus in een boek. Daan is juist steeds superactief tijdens de pauzes, maar hij zit natuurlijk ook stil in de fietskar. Toch vermaakt hij zich prima tijdens het fietsen, met zijn boekjes, autootje en bidonnetje met limonade. 

Via Meerle rijden we België weer uit, tot ons einddoel van vandaag: Chaam. Wat je uitspreekt als Kaam, leren we al snel. Hier vinden een mooie kleine SVR-camping. Een eldorado voor Bas. Hij mag in de grote ren met kippen, pauwen en andere siervogels op zoek naar veren en, jawel, botjes. Het pronkstuk is de schedel van een pauw. En dat moet allemaal de komende twee weken mee in de fietstas. “Ik wil later paleontoloog worden, dus ik moet ze goed schoonmaken en bestuderen thuis!” ’s Avonds zware regen- en onweersbuien.

Eindelijk naar Frankrijk!

29 juli – van Chaam naar Breda (38km), fietsbus naar Saintes (F)

Een mooie route door boswachterij Chaam, langs de rand van Ulvenhout en kasteel Bouvigny. In Breda belanden we in een stadspark met speeltuin én terras. Perfect. Wat een relaxt dagje. Ruimschoots op tijd zijn we op het station.

We halen de bagage van de fietsen, zetten de sturen schuin, halen de lowriders er af en klappen de fietskar in. De chauffeurs hangen de fietsen in de speciale fietsaanhanger. De fietskar gaat in een aparte ‘bak’ onder de aanhanger. Dat is wel wat anders dan instappen in de trein, waar je alles zelf doet en daar vaak maar een paar minuten de tijd voor hebt. Daar staat tegenover dat je in de trein meer ruimte en comfort. Om 20.45 uur rijden we weg. Via Gent en Kortijk rijden we naar het Franse Lille. Daan valt al snel in slaap. Even voorbij Lille, het is dan al bijna middernacht, worden de stoelen kunstig omgevormd tot stapelbedden. Er zijn zelfs dekens en kussens. Welterusten!

Lees hier verder over onze belevenissen in Zuidwest-Frankrijk. 

Gerelateerde Berichten